fbpx
deMens.nu

Is afschaffen in plaats van samenwerken, niet wat kort door de bocht?

Opgelet! Dit is een gearchiveerd bericht. Het is mogelijk dat er belangrijke afbeeldingen, links en/of video’s ontbreken.

Betreft:Reactie op artikel op Tijd.be van 21 april: Rutten wil af van traditionele godsdienstles Ondertekend door: Raymond Vervliet, voorzitter RIBZ (Raad voor Inspectie & Begeleiding niet-confessionele Zedenleer) Sylvain Peeters, voorzitter deMens.nu Vorige week werd vanuit deMens.nu al positief, maar bedachtzaam en met de nodige realiteitszin, gereageerd op de campagne van Gwendolyn Rutten om de scheiding van Kerk & Staat strikter door te trekken. DeMens.nu pleit ervoor om de scheiding van Kerk & Staat naar alle domeinen door te trekken om de samenleving te bevrijden van de historisch gegroeide en de nog steeds omnipotente aanwezigheid van de katholieke kerk. We hebben het dan uiteraard niet over het aantal kerkbezoekers, maar wel over haar structuren en materiële eigendommen, die anno 2017 niet meer in overeenstemming zijn met de levensbeschouwelijke realiteit. Dat de voorzitter van Open-VLD in alle scholen van het Vlaamse onderwijs de stem van mijnheer pastoor wil inperken is een terechte bekommernis gelet op het leeuwenaandeel van het vrij onderwijs in Vlaanderen, dat op levensbeschouwelijk vlak (mede) wordt aangestuurd door de katholieke kerk. Maar eenzelfde bewering dan maar meteen ook laten opgaan voor de scholen van de koepels van het officieel onderwijs en die van het net van het GO! (gemeenschapsonderwijs), komt gewoonweg neer op een ondoordachte veralgemening. Wanneer men de levensbeschouwelijke vakken in het officieel onderwijs afschaft, dan discrimineert men immers een aantal religieuze levensbeschouwingen en vooral het vak niet-confessionele zedenleer (met 140.000 leerlingen en 1400 leraars) ten opzichte van de katholieke levensbeschouwing die in het vrij onderwijs (met 70% onderwijsaandeel) onverminderd behouden blijft. Dat betekent tevens dat men de klok terugdraait naar de periode van voor de schoolpactwetgeving van 1958. In de scholen van de koepels, vertegenwoordigd door de secretariaten van het OVSG (steden en gemeenten), POV (provinciaal onderwijs) en het net van het GO!, wordt de grondwettelijke vrijheid aangeboden te kunnen kiezen uit een van de levensbeschouwelijke vakken. Het levensbeschouwelijke vak ?niet-confessionele zedenleer? is gestoeld op het vrijzinnig humanisme. Niet alleen reikt het vak NCZ de nodige kennis aan om zich levensbeschouwelijk te oriënteren tegenover de godsdienstige levensbeschouwingen, het biedt ook een open, leerlinggerichte begeleiding om te groeien in autonome zingeving en een kritisch denkend mens te worden in de samenleving. In de huidige leerplannen van NCZ zijn burgerschapsvorming, de filosofische en ethische basis van het vrijzinnig humanisme en een overzicht van de verschillende religies verplichte onderwijsonderdelen. Een dergelijke kennis en vorming is belangrijk om tot een interlevensbeschouwelijke dialoog te kunnen komen in de huidige multidiverse samenleving. De interlevensbeschouwelijke competenties, die tot een geïntegreerd en verplicht onderdeel zijn gemaakt van de leerplannen van alle levensbeschouwelijke vakken, vinden over heel Vlaanderen ingang en vormen stilaan een begrip. Vanuit de structuren van het OVSG, POV en het GO! worden de plannen voorbereid om die inspanningen meer te betrekken op en aan te sturen vanuit het eigen pedagogisch project en de eigen visie op de neutraliteit waaraan zij gebonden zijn. In het hele officieel onderwijs worden vandaag interessante denkoefeningen gemaakt om de eigen pedagogische projecten beter af te stemmen op democratisch burgerschap en op de samenwerking en dialoog binnen het aanbod van de levensbeschouwelijke vakken op de school. Het is een niet eenvoudig, maar een wel degelijk leerrijk en een vanuit het eigen initiatief gegroeid proces. Het steunt op de vaste wil om uit te gaan van het respect voor levensbeschouwelijke keuzevrijheid zoals die vandaag grondwettelijk en in de onderwijswetgeving wordt geregeld. De vraag die wij stellen is of de samenleving beter af is met een centralistisch gestuurde oplossing en een in wezen atypisch liberaal recept, of zetten we vanuit de politiek niet beter in op de ondersteuning met wat meer welwillendheid van de initiatieven en plannen die leven op het terrein. Leren in zingeving doen we beter samen vooraleer we het in de scholen ?onbegeleid? laten door een veralgemeend politiek verbod. Raymond Vervliet, voorzitter RIBZ (Raad voor Inspectie & Begeleiding niet-confessionele Zedenleer) Sylvain Peeters, voorzitter deMens.nu Betreft:Reactie op artikel op Tijd.be van 21 april: Rutten wil af van traditionele godsdienstlesOndertekend door: Raymond Vervliet, voorzitter RIBZ (Raad voor Inspectie & Begeleiding niet-confessionele Zedenleer) Sylvain Peeters, voorzitter deMens.nuVorige week werd vanuit deMens.nu al positief, maar bedachtzaam en met de nodige realiteitszin, gereageerd op de campagne van Gwendolyn Rutten om de scheiding van Kerk & Staat strikter door te trekken. DeMens.nu pleit ervoor om de scheiding van Kerk & Staat naar alle domeinen door te trekken om de samenleving te bevrijden van de historisch gegroeide en de nog steeds omnipotente aanwezigheid van de katholieke kerk. We hebben het dan uiteraard niet over het aantal kerkbezoekers, maar wel over haar structuren en materiële eigendommen, die anno 2017 niet meer in overeenstemming zijn met de levensbeschouwelijke realiteit.Dat de voorzitter van Open-VLD in alle scholen van het Vlaamse onderwijs de stem van mijnheer pastoor wil inperken is een terechte bekommernis gelet op het leeuwenaandeel van het vrij onderwijs in Vlaanderen, dat op levensbeschouwelijk vlak (mede) wordt aangestuurd door de katholieke kerk. Maar eenzelfde bewering dan maar meteen ook laten opgaan voor de scholen van de koepels van het officieel onderwijs en die van het net van het GO! (gemeenschapsonderwijs), komt gewoonweg neer op een ondoordachte veralgemening. Wanneer men de levensbeschouwelijke vakken in het officieel onderwijs afschaft, dan discrimineert men immers een aantal religieuze levensbeschouwingen en vooral het vak niet-confessionele zedenleer (met 140.000 leerlingen en 1400 leraars) ten opzichte van de katholieke levensbeschouwing die in het vrij onderwijs (met 70% onderwijsaandeel) onverminderd behouden blijft. Dat betekent tevens dat men de klok terugdraait naar de periode van voor de schoolpactwetgeving van 1958.In de scholen van de koepels, vertegenwoordigd door de secretariaten van het OVSG (steden en gemeenten), POV (provinciaal onderwijs) en het net van het GO!, wordt de grondwettelijke vrijheid aangeboden te kunnen kiezen uit een van de levensbeschouwelijke vakken. Het levensbeschouwelijke vak ?niet-confessionele zedenleer? is gestoeld op het vrijzinnig humanisme. Niet alleen reikt het vak NCZ de nodige kennis aan om zich levensbeschouwelijk te oriënteren tegenover de godsdienstige levensbeschouwingen, het biedt ook een open, leerlinggerichte begeleiding om te groeien in autonome zingeving en een kritisch denkend mens te worden in de samenleving. In de huidige leerplannen van NCZ zijn burgerschapsvorming, de filosofische en ethische basis van het vrijzinnig humanisme en een overzicht van de verschillende religies verplichte onderwijsonderdelen. Een dergelijke kennis en vorming is belangrijk om tot een interlevensbeschouwelijke dialoog te kunnen komen in de huidige multidiverse samenleving.De interlevensbeschouwelijke competenties, die tot een geïntegreerd en verplicht onderdeel zijn gemaakt van de leerplannen van alle levensbeschouwelijke vakken, vinden over heel Vlaanderen ingang en vormen stilaan een begrip. Vanuit de structuren van het OVSG, POV en het GO! worden de plannen voorbereid om die inspanningen meer te betrekken op en aan te sturen vanuit het eigen pedagogisch project en de eigen visie op de neutraliteit waaraan zij gebonden zijn.In het hele officieel onderwijs worden vandaag interessante denkoefeningen gemaakt om de eigen pedagogische projecten beter af te stemmen op democratisch burgerschap en op de samenwerking en dialoog binnen het aanbod van de levensbeschouwelijke vakken op de school. Het is een niet eenvoudig, maar een wel degelijk leerrijk en een vanuit het eigen initiatief gegroeid proces. Het steunt op de vaste wil om uit te gaan van het respect voor levensbeschouwelijke keuzevrijheid zoals die vandaag grondwettelijk en in de onderwijswetgeving wordt geregeld.De vraag die wij stellen is of de samenleving beter af is met een centralistisch gestuurde oplossing en een in wezen atypisch liberaal recept, of zetten we vanuit de politiek niet beter in op de ondersteuning met wat meer welwillendheid van de initiatieven en plannen die leven op het terrein. Leren in zingeving doen we beter samen vooraleer we het in de scholen ?onbegeleid? laten door een veralgemeend politiek verbod. Raymond Vervliet, voorzitter RIBZ (Raad voor Inspectie & Begeleiding niet-confessionele Zedenleer) Sylvain Peeters, voorzitter deMens.nu