fbpx
deMens.nu

Politici die praten over een ‘hoofddoekenverbod’ misleiden ons want dat verbod bestaat niet

Lees ook de opinie van Jurgen Slembrouck op VRTNWS

 Het “hoofddoekenverbod” is opnieuw een politiek heet thema. Deze keer bij de coalitiegesprekken in Antwerpen. Vrijzinnige Jurgen Slembrouck begrijpt dat niet want er “bestaat geen ‘hoofddoekenverbod'”. Politici die deze term blijven gebruiken “misleiden” ons.
Voor een keer ben ik het eens met Wouter Van Besien: weg met het hoofddoekenverbod! Laat ons het debat over de neutraliteit van de overheid een dienst bewijzen en het hoofddoekenverbod afschaffen. Weg ermee! Weg met dit woord dat de voorbije twintig jaar elke discussie over  samenleven in diversiteit heeft vergiftigd.

Op zichzelf is dat best wel een opmerkelijke prestatie voor een woord dat verwijst naar iets wat niet bestaat. Nergens is er immers een dergelijk verbod van kracht.  We mogen die term niet gebruiken want het verbod gaat over álle religieuze of levensbeschouwelijke symbolen. De term hoofddoekenverbod is dus een foute term.

Neutraliteit heeft op zoveel meer betrekking dan alleen maar de hoofddoek. Het verbod op “hoofddoeken” bestaat alleen in de hoofden en de harten van mensen die zich door politici hebben laten misleiden.

Bij de zogenaamde progressieve partijen dragen vooral Groen en SP.A een verpletterende verantwoordelijkheid.

Bij de zogenaamde progressieve partijen dragen vooral Groen en SP.A een verpletterende verantwoordelijkheid. Ze kunnen geen half woord zeggen over propere lucht of tewerkstelling zonder het ook over de hoofddoek te hebben.

Tijdens de aanloop naar de voorbije gemeenteraads­verkiezingen ging Inga Verhaert (SP.A) nog  in de Antwerpse scholen “een einde  maken aan het hoofddoekenverbod”. En Wouter Van Besien (Groen) maakt van dat verbod een breekpunt in zijn gesprekken met de N-VA over de vorming van een eventuele coalitie .

Zelfs al ligt er een gouden kans voor Groen om de komende zes jaar te wegen op het beleid met een ecologische agenda, toch lijkt dat voor Van Besien niet de prioriteit. Het is de hoofddoek, steeds opnieuw de hoofddoek en het vermeende verbod waar het blijkbaar echt om draait.

Dat het debat over de neutraliteit in termen van een hoofddoekenverbod wordt gevoerd, is allesbehalve onschuldig. Het is toxisch, het perverteert nu al verschillende jaren elke poging om op een redelijke manier over dit onderwerp van gedachten te wisselen. Het polariseert; het zet mensen tegen elkaar op; het doet elke dialoog verzanden in een dovemansgesprek.

Groen en SP.A kunnen geen half woord zeggen over propere lucht of tewerkstelling zonder het ook over de hoofddoek te hebben

De voorbije vijf jaar heb ik over dit onderwerp tientallen opiniestukken geschreven met de ambitie voeding te geven aan een overlappende consensus. Ik sprak mijn lezers aan op hun redelijkheid en medemenselijkheid en liet met concrete voorbeelden zien dat wanneer een ambtenaar in zijn voorkomen niet neutraal is, dit schadelijk kan zijn voor de vrijheid van de burger of nefast kan zijn voor de perceptie van de dienstverlening.

Ik koos bewust ook voor voorbeelden die geen betrekking hadden op de hoofddoek en viseerde alle mogelijke levensbeschouwelijke, ideologische en bewegingstekens. Maar ondanks dat werd ik meer dan eens weggezet als een islamofobe racist. Quod non.

Door overheidsneutraliteit steeds te verengen tot het al of niet mogen dragen van een hoofddoek creëert men de indruk dat die neutraliteit hand in hand gaat met discriminatie en uitsluiting in plaats van met diversiteit. Zo voedt men de opvatting dat neutraliteit gericht is tegen de islam en meer algemeen dat de liberale rechtsstaat antigodsdienstig is.

Hoeft het dan echt te verwonderen dat sommige moslims die liberale rechtsstaat niet omarmen? Hoeft het dan echt te verbazen dat een aanzienlijk deel van de moslimgemeenschap aangeeft dat de eigen geloofsvoorschriften voorgaan op de Belgische wetten? Wanneer steeds de indruk wordt gewekt dat onze rechtscultuur racistisch is, kan je hen dat eigenlijk niet kwalijk nemen.

In wezen zijn Groen en SP.A de objectieve bondgenoten van conservatieve moslims.

In wezen zijn Groen en SP.A de objectieve bondgenoten van conservatieve moslims die in elk beleid dat levensbeschouwelijk beladen is een virulent secularisme ontwaren. Dit bondgenootschap verleidde Groen om haar eigen kinderen te vermoorden. In tegenstelling tot Isaac, de zoon van de islamitische aartsvader Ibrahim (Abraham), konden Luckas Vander Taelen en Hermes Sanctorum niet rekenen op barmhartigheid. Hun kop, als ex-partijgenoten, moest wel rollen.

Die strategie is niet zonder risico, daar weten ze bij de SP.A ondertussen alles van. In een opiniestuk voor de krant De Morgen schetst Mario Van Essche, voorzitter van het Humanistisch Verbond en jarenlange partijmilitant, het “religieprobleem” van de socialisten: “Met het paaien van religies heeft de partij zich in de vernieling gereden. Partijkopstukken lijken niet te beseffen hoe erg het secularisme behoort tot de identiteit van de achterban en het electoraat.”

Op de keper beschouwd vormen Groen en SP.A het spiegelbeeld van het Vlaams Belang. Daar waar het Vlaams Belang het neutraliteitsdebat polariseert door de hoofddoek te criminaliseren en te pleiten voor een algemeen verbod, polariseren Groen en SP.A door de hoofddoek te willen institutionaliseren en door omgekeerd de liberale rechtsstaat te criminaliseren. Het wrange is dat ze er zelf van overtuigd lijken te zijn een verbindend discours te hanteren.

Laat ons die destructieve spiraal doorbreken. Laat ons het ambtenarenambt in ere herstellen.

Wie om zich heen kijkt, beseft dat hier een gevaarlijk politiek spel wordt gespeeld en dit thema de brandstof vormt voor een identitair opbod langs nationalistische en religieuze lijnen.

Laat ons die destructieve spiraal doorbreken. Laat ons het ambtenarenambt in ere herstellen en laat ons erkennen dat de neutraliteit van de overheid vitaal is voor onze liberale rechtsstaat.

Door elke schijn van partijdigheid te vermijden betuigt de ambtenaar intercultureel respect voor de vrijheid van de burger. Door de vrijheid in de sfeer van de overheid te beperken, stimuleren we loyaal burgerschap en maken we de vrijheid in de andere sferen mogelijk.

Het is precies omdat de overheid neutraal is dat we elkaar op straat kunnen erkennen als medeburgers. Als burgers die bereid zijn om de vrijheden van andere burgers te tolereren en te beschermen en die gestimuleerd worden tot solidariteit. Welke progressief kan daar nu blind voor blijven?

Jurgen Slembrouck, Universiteit Antwerpen Vrijzinnige Dienst.