Van huidcel tot ei- of zaadcel
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg8 nr1
Eén op zes koppels heeft medische begeleiding nodig om zwanger te worden. Vandaag worden zij geholpen door technieken als in-vitrofertilisatie, draagmoederschap en baarmoedertransplantatie. Voor sommige wensouders is een volledig genetisch eigen kind niet mogelijk. Zij maken voor hun kinderwens gebruik van donormateriaal. Maar daar blijft het niet bij, nieuwe voortplantingstechnologieën kondigen zich aan.
Maya Richard
In-vitrogametogenese
In de nabije toekomst zouden huidcellen tot ei- en zaadcellen kunnen worden omgezet, met als gevolg de mogelijkheid van een genetisch eigen kind. Een wellicht revolutionaire reproductieve techniek die gepaard gaat met enkele ethische bedenkingen.
In-vitrogametogenese, oftewel ivg, heet de techniek die gebruikt wordt. In het SEGa-project, waarbij SEGa staat voor Science and Ethics of stem cell-derived Gametes, zoeken de universiteiten van Gent, Brussel en Maastricht samen uit hoe embryonale stamcellen in de richting van ei- en zaadcellen kunnen ontwikkelen. Ivg blijkt een domein te zijn dat zich in een razendsnel tempo ontwikkelt. Zo snel zelfs dat sommige wetenschappers menen dat over vijf tot tien jaar ergens ter wereld wel een kind zal worden geboren zonder dat er een natuurlijke zaad- of eicel aan te pas komt.
“Maar zo ver zijn we voor de duidelijkheid nog niet”, poneert fertiliteitsexperte Petra De Sutter, afdelingshoofd Reproductieve Geneeskunde van het Universitair Ziekenhuis Gent. “We kunnen perfect uit huidcellen stamcellen maken. We weten ook hoe we uit stamcellen voorlopers van ei- en zaadcellen kunnen maken. En we kunnen van onrijpe ei- en zaadcellen rijpe ei- en zaadcellen maken. Maar er mist nog een schakel tussenin. Het begin hebben we en het einde ook, maar het middenstuk van de schakel ontbreekt.”
“Nieuwe technologie brengt nieuwe ethische vragen met zich mee”
Eigen genetisch materiaal
Ivg zou wel een hele grote evolutie in de fertiliteitszorg betekenen. Met de mogelijkheid van ivg hoeven wensouders die geen ei- of zaadcellen hebben, niet meer met donormateriaal te werken. Dat zou onmiddellijk verschillende problemen oplossen. “Momenteel zorgt de anonimiteit van donors voor heel wat discussie”, gaat De Sutter verder. “Door ivg zou dat tot het verleden behoren, want je hebt geen donor nodig. Bovendien is bijvoorbeeld eiceldonatie niet eenvoudig. Tenzij je naar landen gaat waar het commercieel wordt aangeboden, maar dan heb je meer risico op exploitatie. Met eigen genetisch materiaal zijn al die hinderpalen van de baan.”
Professor De Sutter wijst erop dat het onderzoeksproject bewust is samengesteld uit zowel wetenschappers als ethici, want nieuwe technologie brengt met de mogelijke toepassing ervan heel wat nieuwe ethische vragen met zich mee. Ivg zou niet alleen bruikbaar zijn voor jonge vrouwen die geen eicellen hebben, maar ook voor vrouwen die er geen meer hebben. Dat betekent dat de problematiek van de biologische klok en de menopauze van tafel wordt geveegd en dat het invriezen van eicellen niet meer nodig is. “Een vrouw zou op haar zestigste nog een kind kunnen krijgen. Vanzelfsprekend wekt die toepassing heel wat meer discussie op dan zaad- of eicellen creëren bij jongere mensen.”
Maatschappelijk debat
Uit testen op muizen lijkt het erop dat er eicellen uit mannelijke muizen gemaakt kunnen worden en zaadcellen uit vrouwelijke muizen. Dat zou voor homokoppels een eigen genetisch kind kunnen betekenen. Het klinkt fantastisch, maar er zijn toch nadelen aan verbonden, legt De Sutter uit: “Vrouwen zouden wel alleen maar zaadcellen kunnen maken met X-chromosomen, want een vrouw heeft namelijk geen Y-chromosomen, en dan zal het kind altijd een meisje zijn. Zij zullen nooit zonen krijgen. Is dat wel een goede zaak?”
De grens van ivg zou voor Petra De Sutter bij solovoortplanting liggen: “In theorie behoort ook dat tot de mogelijkheden. Maar daarover moeten we als maatschappij toch grondig nadenken. We moeten beslissen: Willen we dat? Gaan we dat toelaten? Vinden we dat goed of niet?” Zelf ziet de fertiliteitsexperte geen probleem met het maken van zaadcellen bij mannen die er geen hebben of van eicellen bij vrouwen die vroegtijdig in de menopauze zijn. Zolang het technisch veilig en betaalbaar is. “Maar een lesbisch koppel dat alleen maar dochters zou krijgen, een solovoorplanting of een zestigjarige vrouw eicellen geven … daar loop je tegen de grenzen aan. Zoals altijd gaan nieuwe technologische ontwikkelingen gepaard met nieuwe ethische vraagstukken waarover we moeten discussiëren.” Het draagvlak met de maatschappij moet volgens De Sutter en de andere SEGa-onderzoekers voortdurend onder de loep worden genomen.
“Want als de samenleving het niet ziet zitten, dan doe je het beter niet. Een goed voorbeeld is klonen: iedereen was op een bepaald moment aan het klonen, maar dan is er een wetgeving gekomen die reproductief klonen verbiedt … Het is belangrijk om dergelijk onderzoek voortdurend af te toetsen om het gebruik in de toekomst te garanderen”, aldus nog Petra De Sutter.
Meer lezen?
De maakbare baby. Een onbegrensd verlangen?, Petra De Sutter en Eline Delrue, Academia Press, 2017.