fbpx
deMens.nu

Oogklep om oogklep

De valkuilen in ons denken

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg9 nr2

Jij bent hoogstwaarschijnlijk een kakkerlak. En een idioot. Ik ook. We geloven wat we willen geloven, zelfs in politieke en wetenschappelijke kwesties. We grabbelen olijk in de ton der data om ons eigen gelijk te bewijzen. Echter, om de aanklacht te verzachten: we kiezen er niet voor, we zitten zo in elkaar. Maar we kunnen dat overstijgen, nota bene dankzij onze tegenstanders. Ja, die dus, die wij zelf idioten vinden.

Anne-Flor Vanmeenen

Ruben Mersch, filosoof en bioloog © Thibault Gregoire / Read My Lips

Dit is het verhaal waar Ruben Mersch, filosoof en bioloog, letterlijk en figuurlijk aan schrijft. Al drie boeken lang. Hij noemt zichzelf een pragmaticus, een waarschijnlijkheidsdenker en een nieuwsgierigaard. Hopelijk nog slechts deeltijds idioot. En hij zegt dat je eigen standpunten doorlichten alsof ze van iemand anders zijn, heilzaam is. U vraagt, wij draaien, dachten we. We sprokkelden enkele pittige quotes uit zijn oeuvre en gaven hem een koekje van eigen deeg. Wat volgt is de neerslag van een knapperig gesprek met wijsheden die stuk voor stuk tegelwaardig zijn.

 

“Ons brein martelt de werkelijkheid tot ze bekent wat we graag willen horen”

Ruben Mersch: Als een groep ingenieurs was aangesteld om ons brein te ontwerpen als waarheidszoeker, dan hadden we hen vast ontslagen bij de voorstelling van hun product. Er hapert van alles aan. We vertrekken graag vanuit een verlichtingsdenken: de weledele mens zoekt en vindt de waarheid. Maar laten we pijnlijk eerlijk zijn: ons brein is daar niet voor gemaakt. Het is een product van de evolutie, waarbij bijvoorbeeld status en behoren tot een groep vaak belangrijker waren dan waarheid. We moesten nu eenmaal overleven. We zien dus wel feiten, maar we lezen ze vaak zoals ze passen binnen onze visie of ons eigen voordeel. We masseren, of martelen de werkelijkheid tot ze strookt met wat we willen denken. Ons denken bepaalt dus heel vaak de feiten, en niet omgekeerd.

 

“Het meervoud van anekdote is niet data”

Mersch: Een typische valstrik waar we vaak in tuinen: een verhaal is sterker dan droge data. Een anekdote bewijst in feite helemaal niets, en toch bepaalt ze ons denken krachtiger dan een karrenvracht aan objectieve gegevens. Neem de uitspraak van de Vlaamse minister-president Jan Jambon over mensen die met hun kinderbijslag een huis kopen. Voor zover dat al waar kán zijn, zegt dat helemaal niets over alle andere mensen met een uitkering. Maar het spreekt natuurlijk meteen de verbeelding en de emoties aan.

Een heel strategisch middel dus, dat de farma-industrie bijvoorbeeld ook gebruikt. Er is voor elk geneesmiddel waarvan de waarde amper is bewezen en/of de terugbetaling extreem duur is, wel een verhaal te vinden van iemand waarbij het (zogezegd) werkte. En: “Ocharme, hoe kan de regering die zieke mensen dan niet steunen, wat harteloos!” De publieke opinie is snel gevormd en de industrie wrijft zich in de handen. We kijken niet naar de objectieve gegevens en lopen er met open ogen in.

 

“We gedragen ons als ideologische hypochonders”

Taal heeft een impact, maar je kan racisme bijvoorbeeld niet uitroeien door het woordgebruik aan te pakken. Dat is zoals de stippen bij mazelen wegschminken: het lost niets op © Shutterstock.com

Mersch: Er zijn mensen die op elke morele slak zout leggen en overal iets groters in zien. Denk bijvoorbeeld aan de discussie dat we ‘wit’ in plaats van ‘blank’ zouden moeten zeggen. Dat is in feite een non-discussie; daarin is geen waarheid te vinden. Bepaalde begrippen krijgen een symboolwaarde maar de onderliggende laag, waar het in feite wél om draait, wordt niet verkend. Taal heeft natuurlijk een impact, maar je kan racisme niet uitroeien door woordgebruik. Dat is zoals de stippen bij mazelen wegschminken: het lost niets op. Symptoom en oorzaak mag je niet met elkaar verwarren.

 

“De werkelijkheid is een waterbed: als je op één plek duwt, komt het op een andere plek omhoog”

Mersch: Daarmee bedoel ik dat alles voor- en nadelen heeft. De perfecte oplossing bestaat doorgaans niet. Je moet afwegen wat de meeste impact heeft. Neem bijvoorbeeld het hele gedoe rond plastic zakjes. Ze zijn overal gebannen en we slaan ons op de borst over onze inspanningen om het milieu te helpen. Waar niemand aan denkt, is dat de productie van plastic zakjes qua CO2-uitstoot veel beter scoort dan die van katoenen draagtassen. En dan is er ook nog de waterkost. Je moet een katoenen tas waanzinnig vaak hergebruiken om hetzelfde te scoren als een plastic zakje. Maar katoen klinkt ‘natuurlijker’ en die dolfijntjes met een maag vol plastic werken op ons geweten.

Daar zijn we weer: ons buikgevoel pakt ons denken in. Als wij gewoon op een verantwoorde manier met plastic zakken zouden omgaan, als we die zouden hergebruiken en nergens anders dan in de vuilnisbak dumpen, dan zou er evenmin plasticsoep zijn. Uiteraard kan je niet alles gemakkelijk onderzoeken en afwegen, en zelfs als iets goed is onderzocht, is het niet evident om alle relevante data te kennen. Ik heb daar wel begrip voor. Maar vaak blijkt toch dat we zonder gegronde reden voor een bepaald standpunt kiezen, en dat we er op de koop toe niet eens van afstappen als er zeer goede tegenargumenten zijn. Terwijl de wereld heel complex in elkaar zit en er zelden eenduidige wonderoplossingen zijn.

 

“Een debat op internet lijkt op egelseks: het is mogelijk, maar je moet voorzichtig zijn”

Een debat op internet lijkt op egelseks: het is mogelijk, maar je moet voorzichtig zijn. Online worden standpunten heel snel op flessen getrokken en gaan discussies vaak escaleren © Shutterstock.com

Mersch: Dat is meteen duidelijk met een experiment. Ga naar een willekeurig Facebookprofiel en scheld iemand zomaar de huid vol. Ga vervolgens naar buiten en doe hetzelfde met een persoon die echt voor je neus staat. Je zal zien hoeveel moeilijker dat tweede is. Onze morele drempels liggen veel lager als we alleen met virtuele personen werken. Daarom zijn droneaanvallen trouwens ‘gemakkelijker’ uit te voeren door het leger dan acties ter plaatse. Het is online ook veel eenvoudiger om een karikatuur van je gesprekspartner te maken. Heel snel worden standpunten op flessen getrokken en escaleert een discussie. Overigens, in die zin zouden politici verbod op Twitter moeten krijgen. Als je visie en argumenten in 280 tekens passen, dan zijn ze hoogstwaarschijnlijk veel te kort door de bocht.

 

“Je ziet een kakkerlakkeneffect als je naar de geschiedenis van onze waarden kijkt”

Mersch: Kakkerlakken hebben weinig dilemma’s: ze volgen gewoon de eerste van de groep. Eigenlijk zijn we niet zo verschillend van hen. Omdat het heel lastig is om voortdurend alles te checken, volgen we gemakshalve vaak onze leiders, zij het nu politici, bekende personen, onze ouders … Het spreekt voor zich dat je kiest voor de figuren die bij jouw visie aansluiten. Als wetenschapper X het ene zegt, en onderzoeker Y het andere, en jij denkt in de richting van X, dan zal je ongetwijfeld meer geneigd zijn de eerste te geloven. Meestal zonder zelfs na te denken over wat Y zegt. Zoals een brave kakkerlak nemen we klakkeloos over. Handig en begrijpelijk, maar onverstandig tot zelfs gevaarlijk. Denken we maar aan Duitsland in de jaren dertig.

 

“Meer kennis leidt tot meer polarisatie”

Mersch: Dat is een van de ontdekkingen die me erg heeft getroffen. Ik dacht vroeger: als mensen meer weten, over meer data beschikken, dan zouden ze bepaalde meningen zeker herzien. Uit onderzoek blijkt echter vaak het omgekeerde. We zijn meer advocaat dan rechter. We bekijken gegevens niet nuchter en onpartijdig. Maar veeleer: we hebben een standpunt en zoeken argumenten om dat te onderbouwen. Hoe meer argumenten je vindt, hoe zekerder je wordt van je zaak. En dan zijn we weer bij het ‘martelen’ van de werkelijkheid: wie bewijzen zoekt, zal ze hoogstwaarschijnlijk wel vinden. Daarom pleit ik voor nieuwsgierigheid als te cultiveren levenshouding. Blijf verwonderd, blijf open, blijf onderzoekend. Het is het beste tegengif tegen polarisatie.

 

“Morele principes zijn zoals God: iedereen vindt dat ze aan zijn kant staan”

We zijn meer advocaat dan rechter en bekijken gegevens niet nuchter en onpartijdig. Maar veeleer: we hebben een standpunt en zoeken argumenten om dat te onderbouwen © Shutterstock.com

Mersch: Mensen schermen vaak met waarden. Rechtvaardigheid, vrijheid … allemaal mooie maar vage begrippen. De vraag is hoe je ze invult. Wat betekenen ze in de praktijk voor jou? Pas dan krijgen ze slagkracht in een debat. Heel nuttig is om dat met vragen concreet te maken. Wat zou er gebeuren als jouw oplossing voor een probleem zou worden uitgevoerd? Zouden er ook nadelen aan verbonden zijn? Via die weg schep je meer ruimte voor nuance en openheid voor andere standpunten.

 

“Het is niet omdat je amygdala het eerste woord krijgt, dat je haar ook het laatste woord moet gunnen”

Mersch: Mensen zijn hokjesdenkers. Dat was evolutionair erg zinvol: je moet niet rustig afwegen of een tijger goed of slecht nieuws is, je moet in een fractie van een seconde gewoon maken dat je wegkomt. De wereld krijgt labels vanuit onze amygdala, een emotioneel centrum in de hersenen. Dingen zijn goed of slecht, veilig of gevaarlijk, betrouwbaar of te mijden. Maar de realiteit is natuurlijk wel een beetje complexer dan dat … Grijs is sexy. En dan heb ik het niet over de lokken van George Clooney, maar over de waarde van genuanceerd denken.

Ik ben bijvoorbeeld blij dat Skepp, een organisatie voor kritisch denken die met reden bepaalde alternatieve geneeswijzen op de korrel neemt, tegenwoordig ook zorgvuldig naar de klassieke geneeskunde kijkt. Neem nu het gebruik van antipsychotica bij oudere, onrustige mensen. De werking is zeer bescheiden, maar de bijwerkingen zijn enorm, zelfs tot levensverkorting toe. Dat is even onwetenschappelijk en moreel bedenkelijk als kwakzalverij. Hou je blik dus open, de wereld is zelden zwart-wit. En het zwart van de ander is de beste kuur tegen jouw eenzijdig wit.

 

“De basis van onze twisten is geen verschil in kennis, maar een verschil in moraal”

We zouden veel meer naar elkaar moeten luisteren in plaats van elkaar te bestrijden. Het is niet per se zo dat een visie die niet met de jouwe strookt, daarom moreel verwerpelijk is © Shutterstock.com

Mersch: Als we selecteren op feiten die binnen onze visie passen, leidt meer kennis niet tot meer eensgezindheid. En we selecteren omdat ons brein van nature een hokjesdenker is. We klasseren vanuit de onderbuik met spontane en vaak groepsgebonden vooroordelen. Vanuit je genetica en vanuit je opvoeding krijg je heel wat visies mee die zelden in vraag worden gesteld. Zo heb je verschillende kaders om de realiteit te benaderen. Het gemakkelijkste is om een ‘tegenstander’ in diskrediet te brengen, dan hoef je niet meer te luisteren. De ander is niet goed ingelicht, imbeciel en, wie weet, zelfs moreel verwerpelijk. Maar de wereld is niet in te delen in goede of slechte mensen.

En het is niet per se zo dat een visie die niet met de jouwe strookt, daarom moreel verwerpelijk is. We zouden veel meer naar elkaar moeten luisteren in plaats van elkaar te bestrijden. Niet oog om oog, maar oogklep om oogklep. Erken de intenties van je gesprekspartner en erken waar hij over juiste data beschikt. Je tegenstander is je redder, de oogkleppen van een ander zijn de beste remedie tegen die van jou.

 

“Roepen in de woestijn kan best leuk zijn, maar echt veel levert het zelden op”

Mersch: Het is zinvol om in een discussie na te denken over wat je doel is. Wil je absoluut je gelijk halen? Of wil je een goede oplossing vinden? Of misschien gewoon bijleren en je blik verruimen? Akelig veel gaat over status(verlies), groepsgevoel en egotripperij. Zeg nu zelf, wat weet je eigenlijk écht over glyfosaat, over kernenergie, over ggo’s? Toch is de kans groot dat je er een mening over hebt, dat je misschien al een petitie tekende of dat je er ruzie over maakte met een fanatieke oom op een familiefeest. Toch best vreemd, eigenlijk? Als je een constructieve discussie wil voeren, zijn de beste tips die ik je kan geven:

  • Blijf nieuwsgierig, de wereld is vaak complexer dan je denkt.
  • Blijf bescheiden, je bent net zo bevooroordeeld als een ander en je hebt géén moreel monopolie.
  • Erken juiste feiten en goede argumenten van je gesprekspartner.
  • Zeg sorry als je te ver ging.
  • Zoek gemeenschappelijke grond.
  • Stel vragen in plaats van argumenten te poneren.
  • Luister écht.

Gesneden brood, denk je? Probeer het maar eens. Maar, euh, spreek me gerust tegen als je het anders ziet. Ik luister. (lacht)

 

Meer lezen?

  • Oogklepdenken. Waarom we allemaal idioten zijn, Ruben Mersch, De Bezige Bij, 2012.
  • Waarom iedereen altijd gelijk heeft, Ruben Mersch, De Bezige Bij, 2016
  • Van mening verschillen. Een handleiding, Ruben Mersch, Borgerhoff & Lamberigts, 2018.