Longread: Een leraar werd vermoord omdat hij kinderen leerde denken
Dr. A. Vannieuwenburg
Licentiaat moraalwetenschap (UGent) en doctor in de Metajuridica (ULeiden).
In het rustige stadje Conflans-Sainte-Honorine werd Samuel Paty onthoofd omdat hij met behulp van cartoons leerlingen leerde omgaan met de vrije mening, met de mening van anderen.
Un attentat terroriste islamiste caractérisé
De vader van een meisje dat les volgde in de school eiste bij de directie, daarbij geholpen door een islamitische militant, dat de leraar (ce voyou – die schurk) zou ontslagen worden wegens … pornografie. De terechte weigering werd aanleiding tot het plegen van deze rituele moord. Ondertussen werd bekend dat over deze zaak een fatwa, d.w.z. een juridisch advies van een islamgeleerde, was uitgevaardigd. Onder andere Abdelhakim Sefrioui, lid van de Conseil des imams de France, speelde een bizarre rol. Bepaalde bronnen wijzen erop dat boodschappen werden verspreid via de Grande Mosquée de Pantin. Momenteel lopen er tientallen onderzoeken naar haatboodschappen op sociale media.
De Nederlandse rechtsgeleerde Afshin Ellian vatte het probleem kernachtig samen op NPO Radio 1: “Volgens de wet bestaat hier de vrijheid van meningsuiting, maar feitelijk speel je met je leven als je de islam ter discussie stelt of bekritiseert.” De Franse president Emmanuel Macron kwalificeerde de daad als een “attentat terroriste islamiste caractérisé”.
Verblinding
De manier waarop de media omgegaan zijn met deze gewelddadige moord is an sich al voer voor onderzoek. Bepaalde reacties wilden dat men dit als een individuele misdaad zou zien. Iets dat losstaat van de islam. Macrons aanpak van radicale islamisten zou zelfs een aantasting van de rechtsstaat zijn. De Franse regering moet de islamitische organisaties met rust laten. Bepaalde reacties leken wel te suggereren dat hij het in feite zelf wel gezocht had. Je weet namelijk toch wat je te wachten kan staan als je zoiets doet … Zelfcensuur is het nieuwe normaal.
De reductie van cognitieve dissonantie
De Engelse en Amerikaanse pers hadden het blijkbaar een ietsje moeilijk met het leggen van de link met de islam. Titels waren “Man Beheads Teacher on the Street in France and Is Killed by Police” (The New York Times). NBC News stelde vast dat “France has long embraced secularism. After beheading, will it be used to oppress?”.
“The new ‘laïcité’ … has become a tool to target people we consider the enemies of our culture“, poneerde zelfs de hoogleraar Raphaël Liogier. Dit is niet zijn eerste aanval op de verdediging van de republikeinse waarden. In een interview stelde hij zelfs dat “La laïcité est devenue un hygiénisme identitaire.”
Een heftige reactie kwam van de Turkse president Erdogan. Die stelde in een toespraak de geestelijke gezondheid van president Macron in vraag. Macron heeft immers een wetvoorstel klaar om de scheiding tussen kerk en staat in Frankrijk te verstevigen. De Grondwet uit 1958 discrimineert geen religie, de staat bemoeit zich niet met de kerk en de kerk niet met de staat (La France est une République indivisible, laïque, démocratique et sociale. Elle assure l’égalité devant la loi de tous les citoyens sans distinction d’origine, de race ou de religion. Elle respecte toutes les croyances.) Wat Macron beoogt, is echter de evidentie zelve: alle leerplichtige leerlingen moeten op school zijn. Alle verenigingen, instellingen voor huiswerkbegeleiding … moeten een ‘republikeins contract’ tekenen (met nadruk op gelijkheid tussen de seksen en de gewetensvrijheid). Wie deze principes niet naleeft, raakt zijn subsidie kwijt. De mogelijkheden worden verruimd om ‘foute’ verenigingen, die geen belastinggeld ontvangen, toch te ontbinden. Er wordt een nieuwe poging ondernomen om in Frankrijk imams op te leiden. Buitenlandse financiers van gebedshuizen worden aan regels onderworpen. Begin december moet er een wetsvoorstel liggen dat deze maatregelen operationaliseert en wettelijk verankert.
De uitspraak van Macron dat de islam in een diepe crisis verkeert zal, samen met de plannen om moslimextremisme harder aan te pakken, de Turkse president het meest hebben ontstemd. Meer nog dan deze uitval illustreert de politiek van Erdogan echter de verwording van de Turkse lekenstaat. Begin vorige eeuw slaagde Mustafa Kemal Atatürk erin het zo conservatieve achtergestelde Turkije te moderniseren. De republiek van Atatürk was een lekenstaat naar westers model. Vrouwen kregen stemrecht en werden aangespoord om actief deel te nemen aan de samenleving. Duidelijk het tegenovergestelde van de streng soennitische islamstaat waar Erdogan voor staat.
Goededag aan iedereen, behalve aan de Franse regering
Bij ons leidde een bizar bericht van de covoorzitter van Ecolo (“Goededag aan iedereen, behalve aan de Franse regering.”) tot een heftige reactie van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Zoé Genot, Ecoloverkozene, verweet Bouchez een verkeerde lectuur van de tekst van Rajae Maouane. De reacties waren hoe dan ook niet min: “Dès qu’on attaque leur sacro-saint communautarisme, les pro-islam écolos s’empressent de détourner le sujet.”
Binnen bepaalde middens is het not done de islam intellectueel correct, doch kritisch, te benaderen. Idem dito wat bv. immigratie, multiculturalisme, blasfemie, geloofsafval, redelijke aanpassing of identiteitsgebonden ondernemingen betreft. Zoals Afshin Ellian opmerkte: “Jihadisten zijn niet verward. Dat zijn we zelf.”
Theoterrorisme
Wie een inventaris wil raadplegen kan o.a. terecht bij het lijvige werk In naam van God waar moraalwetenschapper Dirk Verhofstadt en rechtswetenschapper Paul Cliteur de terreur die begaan werd in naam van God inventariseerden. Dirk Verhofstadt registreerde in 2017, dag na dag, terreuraanslagen. Vertrekpunt was de slachtpartij in een nachtclub in de Turkse hoofdstad Istanbul. In naam van zijn god vermoordde een IS-sympathisant er 39 mensen en verwondde hij 69 anderen: “Die aanslag richtte zich specifiek op mensen die plezier maakten, iets waar radicale islamisten van gruwen. Ik besloot toen om alle aanslagen in naam van God van het nieuwe jaar bij te houden.” Rechtsfilosoof Paul Cliteur introduceerde als eerste het begrip theoterrorisme.
De “laïcité” borgen
In Frankrijk is al enige tijd een debat aan de gang over de Etat laïque en een mogelijke aanpassing van de Grondwet. Hoe kan, mag, moet de Franse overheid met respect voor de rechtstaat omgaan met nieuwe uitdagingen.
Deze vragen vormden jaren geleden al het voorwerp van het (in België vrij discreet besproken, lauwtjes onthaald en bizar genoeg tot een hoofddoekendebat gereduceerd) gevoerde onderzoek door de Commission de réflexion sur l’application du principe de la laïcité dans la République (de zogeheten Commission Stasi) en het door hen naar buiten gebrachte Rapport au Président de la République van 11 december 2003. Deze commission was zéér evenwichtig en zéér deskundig samengesteld: Arkoun, Debray, Kepel en Touraine maakten er deel van uit. Toenmalig president Chirac sloot zich aan bij de voorstellen van de commissie die hem (naast vele andere voorstellen; het rapport verscheen na enkele zéér woelige maanden in Frankrijk) adviseerde het seculiere karakter van de Franse Republiek te waarborgen.
De veelheid en de aard van de door deze commissie besproken problemen en de voorstellen toonden overduidelijk aan aan welke pressie bepaalde verworvenheden werden blootgesteld (een republikeins onderwijs voor allen, problemen met betrekking tot bv. het weigeren van artsen op basis van geslacht, virulent antisemitisme, verstoorde relatie tussen werkgever en werknemer, problematische schooluitval en jongerenwerkloosheid, opbod van religieuze symbolen, proselitisme, misbruik van vrijheden …)
Benadrukt werd dat men in Frankrijk vrije burgers in een soevereine staat kent. De mens is vrij van elke ‘ketting’, of die nu van erfelijke, etnische, religieuze of taalkundige oorsprong is. De burger is begiftigd met een rede en in staat tot bewust handelen. De ‘grondwettelijke identiteit’ verwerpt groepsidentiteiten, corporaties, specifieke voorkeuren, privileges …
Als iedereen die zich ‘geschokt’ voelt de klas mag verlaten, wat stelt de school dan nog voor?
De situatie in Frankrijk wordt door de republikeinen zonder meer als dramatisch omschreven. In een ophefmakend werk – een reeks getuigenissen en analyses van professeurs van onderwijsinstellingen, onder leiding van E. Brenner – wordt onomwonden gesproken van ‘territoria’ die de Franse Republiek verloren heeft.
De opkomst van antisemitisme, racisme, communautarisme en seksisme in onderwijsinstellingen zijn revelerend voor de teloorgang van de klassieke republikeinse waarden en staan symbool voor het falen van de integratiepolitiek in Frankrijk. Men kan niet meer over Darwin spreken, praten over de Jodenvervolging wordt afgedaan als ‘vriendjespraat’ … In de publicatie L’Ecole face à l’obscurantisme religieux wordt, inpikkend op een onderzoek van de Inspecteur–generaal, een alarmerend beeld van het onderwijs geschetst. Had Samuel Paty trouwens niet aan zijn leerlingen gezegd dat wie niet wilde deelnemen aan die les, de klas mocht verlaten?
Om opnieuw Doornaert te citeren: “Als iedereen die zich ‘geschokt’ voelt de klas mag verlaten, wat stelt de school dan nog voor?”. Onderwijs is er inderdaad net om de geesten te vormen voor kennis en democratisch debat, iets wat Paty wilde demonstreren.
De school onder druk zetten is niet nieuw, we herinneren ons nog de agressieve incidenten tegen het Antwerpse Atheneum bij het invoeren van een verbod op de hoofddoek of tegen lessen over de Shoah of over de evolutie. Het blijft ook niet beperkt tot religie, Dries Van Langenhove van Schild en Vriend sprokkelde opmerkingen over zijn vereniging of zichzelf na de Pano-reportage.
Cultuur als verweer?
Professor Bovens, rechtsfilosoof, poneert onomwonden dat o.a. het strafrechtelijk systeem de hogedrukpan van de multireligieuze samenleving is geworden en stelt de vraag of in de strafrechtketen rekening moet worden gehouden met de enorm toegenomen etnische diversiteit onder verdachten en veroordeelden. Moeten dus, dit is zijn vraag, deze veranderingen ook normerende gevolgen hebben? Tot waar willen we gaan. En wat dan met gegevens als eerwraak, doden uit eerverlies, tovernarij, clandruk, seksuele verminking, rituele slachtingen, verplichte huwelijken …?
Het debat wordt in quarantaine geplaatst
Zwagerman wijst erop hoe religiekritiek ooit in hoog aanzien stond bij de culturele elite maar hoe, sinds enige tijd, wie fundamentalistische religies durft te bevragen al snel verweten wordt een onverdraagzaam individu te zijn met een, zeg maar, impliciet racistische agenda. En wie de toon niet matigt, in bijvoorbeeld het migratiedebat, mag rekenen op een incriminatieproces. “Het kwaad – deze keer in de vorm de kritische intellectueel die het correcte discours niet volgt en dus geen goede Nederlander kan zijn – is terug in de polder.“ Wee dus de dissidente stem. Bolkestein, Scheffer, Hirsi Ali, Cliteur, Schoo, Van Rooy, Finkielkraut, Zemmour, Houellebecq … allen troebele figuren.
De gevolgen van deze houding zijn, aldus Zwagerman, ondertussen duidelijk. Een zakelijk, zindelijk debat over de nieuwe multireligiositeit en de waarden van de Verlichting werd jarenlang gehinderd door de obsessieve en narcistische stellingnamen van deze ontmaskeraars van het kwaad. En dat is niemand ten goede gekomen.
De tolerante Republiek
De laïcité steunt, zoals hierboven al geschetst, op de absolute scheiding tussen kerk en staat. De Republiek staat borg voor de vrijheid van denken en waarborgt de vrije cultus, met als enige beperking dat deze de ordre public niet in gevaar brengt. Er worden duidelijke bakens uitgezet.
Door het herdefiniëren van laïcité als het eenvoudigweg respecteren en inschrijven in de Grondwet van alle ‘overtuigingen’ mag inderdaad worden gevreesd dat het hek van de dam is.
Het gevaar is niet ondenkbeeldig dat de staat, door het verder officialiseren en promoten van de diversiteitscultus, het aanvaarden van particulariteiten, nog meer dan nu het geval is, geconfronteerd zal worden met de groei van communauteiten (volgens sommigen te zien als een nieuw postnationaal burgerschap), die, gesterkt door de erkenning van de diversiteit in de wet en het beroep doen op mensenrechten, verdere wetgevende initiatieven zullen eisen en de nadruk zullen leggen op de noodzaak om voor hen specifieke wetgeving op te stellen.
De open samenleving met vrije burgers dreigt te worden vervangen door de neutralisering van de mondige burger
Vooral de strategie van minderheidsgroepen allerhande die zich beroepen op bijvoorbeeld hun etnische of religieus-etnische identiteit, als waarden an sich die hoe dan ook bewaard moeten worden of het koste wat het wil een normerend karakter moeten krijgen, dient met de nodige argwaan te worden bekeken.
Zoals men nu al kan vaststellen, is deze diversiteit aan overtuigingen aan het verworden tot een diversiteit aan gevoeligheden. Werd initieel gedacht aan een systeem waarbij een zeker maatschappelijk evenwicht werd bereikt dankzij het samenspel van de veelheid aan ‘waarheden’ die op het terrein een plaats krijgen – en waar dus een zekere tolerantie meespeelt – dan kan men niet naast de vaststelling dat het aantal gevallen van ‘politiek correcte intolerantie’ schrikwekkend toeneemt.
No passeran?
De vrije samenleving heeft twee belangrijke troeven die zij kan inzetten: het onderwijs en de rechtsstaat.
De eerste troef is het onderwijs: er is meer dan ooit nood aan burgerschapsvorming met het oog op het expliciteren van de grondrechten en het bestrijden van religieus proselitisme. Een levensbeschouwelijke keuze vergt kennis van alle levensbeschouwingen. Deze keuze moet het resultaat zijn van een gefundeerde, kritische reflectie. Leerlingen moeten dus worden bevrijd van opgelegde apriorismen.
Interessant is de houding van professor Patrick Stouthuysen die voorstander is van wat hij substantieel secularisme noemt. Dit veronderstelt volgens hem drie dingen: een seculiere staat, een vrije levensbeschouwelijke markt en onderwijs dat mensen voorbereidt op levens in een levensbeschouwelijk plurale samenleving.
Het komt het onderwijs toe maximaal toegankelijk te zijn en ook aandacht te besteden aan ons algemeen constitutioneel patroon, te zien als de grondrechten, het legaliteitsbeginsel, het constitutionele karakter ervan, de verschansing van het recht en de rechterlijke controle. Dit zijn essentiële democratische grondwaarden, die samen een ‘moreel esperanto’ vormgeven.
Er is een gemeenschappelijk belang in het in standhouden van rechtvaardige instituties
In dit seculiere model wordt geleerd alles, zonder beperking, aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Onzin krijgt geen kans. Gedaan met het credo quia absurdum. Wat niet weerlegbaar is, is onwetenschappelijk. Het onderwijs, onder impuls van de overheid, neemt actief de zorg voor de ontplooiing en de autonomie van de burgers op. Leerlingen moeten er dus toe gebracht worden een samenvallende consensus te formuleren over die politieke waarden die een vreedzaam en rechtvaardig samenleven vooropstellen.
Maar daarvoor moeten ze leren de sociale orde niet vanuit een religieus getint standpunt te benaderen. Het onderwijs moet zoals de Franse filosoof en wiskundige Condorcet het stelde “rendre la raison populaire”. Het onderwijs moet via zijn eindtermen aandacht hebben voor die kennissen en vaardigheden van de leerlingen die voorbereiden op weloverwogen keuzes.
Democratische rechtstaat
De tweede troef is onze democratische rechtstaat. Enige tijd geleden werd in de commissie Grondwet een ontwerp van preambule op de Belgische Grondwet neergelegd, samen met een resolutie waarin de artikelen worden opgesomd die voor herziening vatbaar kunnen verklaard worden. Finaliteit is een aanscherpen, expliciteren, van onze grondwaarden ten einde onduidelijkheden weg te werken en continuerende conflicten te vermijden.
Ter gelegenheid van de verklaring tot herziening van de Grondwet werd voorgesteld om 1. nieuwe bepalingen in te voegen die de bescherming moeten verzekeren van de rechten en vrijheden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens; 2. om naast de gelijkheid van man en vrouw ook de gelijkwaardige behandeling van personen met verschillende seksuele voorkeur of genderidentiteit te beschermen; 3. om te verduidelijken onder welke omstandigheden de vrijheid van eredienst en de vrije uitoefening ervan kan worden beperkt, alsook de vrijheid van geloof en wereldbeschouwing; 4. om de scheiding tussen levensbeschouwing en staat te preciseren en het neutraal karakter van het overheidshandelen vast te leggen; 5. om te preciseren dat religieuze voorschriften in geen geval boven de burgerlijke wet kunnen worden gesteld; 6. om het recht op lichamelijke integriteit en zelfbeschikking op te nemen; en 7. om de positie van de levensbeschouwelijke vakken in het officiële onderwijs te herbekijken en de mogelijkheid te creëren een gedeeld vak rond burgerschap en diversiteit in het hele onderwijs in te richten.
Misbruik van grondrechten
Daarnaast moet echter ook worden gedacht aan het invoeren van juridisch sluitende maatregelen om organisaties, die door de overheid erkend en betoelaagd worden/kunnen worden en in hun optreden bepaalde van onze grondwaarden negeren of standpunten verdedigen die rechtstreeks indruisen tegen de waarden van de liberale rechtstaat, te bestraffen. De nadruk dient hierbij te liggen op het beletten dat men zich zou kunnen beroepen op ideologische, religieuze, levensbeschouwelijke of culturele motieven om te handelen of niet te handelen of om bv. de onpartijdigheid van een openbare dienst in het gedrang te brengen.
Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar het aspect misbruik van grondrechten. De Belgische Grondwet bevat momenteel geen antimisbruikbepaling. Artikel 17 EVRM biedt hier een aanknopingspunt: “Geen der bepalingen van dit Verdrag mag worden uitgelegd als zou zij voor een Staat, een groep of een persoon het recht inhouden enige activiteit aan de dag te leggen of enige daad te verrichten welke ten doel heeft de rechten of vrijheden welke in dit Verdrag zijn vermeld, te vernietigen of deze rechten en vrijheden meer te beperken dan bij dit Verdrag is voorzien.” Deze bepaling verhindert dat men misbruik maken zou van de in voorgenoemd Verdrag gegarandeerde rechten en vrijheden.
De waarden van de Verlichting kunnen niet, mogen niet, worden uitgehold en dit in ieders belang.