fbpx
deMens.nu

Een bank vooruit

Leerkrachten niet-confessionele zedenleer over hun vak

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr2. Meer verhalen van leerkrachten hier.

Naam: Naomi Strauven

Aantal jaren voor de klas: 6

Scholen: ’t Klavertje Bierbeek & Gemeentelijke Basisschool Boutersem

Jaren: 1ste tot en met 6de leerjaar

 

 

 

Hoe zet je de leerlingen in de lessen niet-confessionele zedenleer ertoe aan hun kritisch denken te stimuleren?

Het ontwikkelen van het kritisch denkvermogen van leerlingen is voor mij een van de basisdoelstellingen van de lessen niet-confessionele zedenleer (ncz). Als leerkracht is het belangrijk de kinderen bij dat proces te begeleiden. Maar ook leerlingen kunnen elkaar helpen. Wanneer medeleerlingen elkaar vragen stellen of bedenkingen formuleren, bekijken ze het lesonderwerp ineens vanuit een ander perspectief en komt het kritisch denken op gang. Sommige leerlingen hebben het hier moeilijker mee, andere slagen er niet altijd in hun gedachten te verwoorden. Dat is geen enkel probleem. Elke leerling motiveren en aanmoedigen, is een interessante uitdaging voor een leerkracht.

Ik spoor mijn leerlingen aan om op verschillende manieren over een onderwerp na te denken en hun mening te uiten. Via een klasgesprek, in dialoog met twee of meer medeleerlingen, met een creatieve opdracht waarbij ze een tekening, collage, filmpje of lied maken, door hun gedachten neer te schrijven … Er zijn nog veel werkvormen, maar één waar ik graag mee aan de slag ga, is filosoferen met kinderen. Leerlingen worden aangemoedigd om af te stappen van de klassieke denkpatronen, om verder te gaan op meningen en argumenten van anderen, om dingen vanuit een ander perspectief te bekijken … De mogelijkheden hierbij zijn eindeloos. Vaak word ik dan ook verrast door het kritisch denkvermogen van mijn leerlingen en ben ik echt een trotse juf.

 

“Niet zomaar alles geloven

en verder kijken dan hun neus lang is,

is de boodschap”

 

Als leerkracht is het onontbeerlijk om zelf kritisch na te denken over een onderwerp. Ik tracht me daarbij ook in de gedachten van de kinderen te verplaatsen. Ik doe graag inspiratie op voor mijn lessen, maar probeer er steeds mijn eigen ding mee te doen. Samenspel, de nieuwe portaalsite, onze Facebookgroep … zijn daarbij handige tools. Ik benader het thema vanuit verschillende invalshoeken, bekijk alle informatie met een scherp oog, en bedenk een heleboel kritische vragen. Wanneer de leerlingen dan tijdens het klasgesprek zelf nog tal van vragen verzinnen, is dat een enorme verrijking. Zo zetten ze anderen aan tot kritisch denken, en dat is een absolute win voor iedereen.

Ik laat leerlingen ook regelmatig zelf aan de slag gaan. In het medialokaal of via tablets kunnen ze een bepaald thema uitdiepen en antwoorden op hun vragen zoeken. Ik laat hen nadenken over de info die ze vinden en stimuleer hen er kritisch mee om te gaan. Niet zomaar alles geloven en verder kijken dan hun neus lang is, is de boodschap, door bijvoorbeeld meerdere informatiebronnen te gebruiken.

Een andere werkvorm die ik wel eens gebruik, is interviewen. Leerlingen kunnen elkaar interviewen, maar ook mensen buiten de klas. Zo gaan ze bij bepaalde thema’s personen met een andere geloofsovertuiging interviewen. Dat kan een leerkracht of medeleerling zijn, maar evengoed een buur, oma of opa, vrienden … Bij het thema carnaval bijvoorbeeld laat ik hen zelf op zoek gaan naar de oorsprong van dat feest. Ze moeten informatie vergaren en krijgen de opdracht iemand uit hun omgeving te interviewen. De vragen worden klassikaal voorbereid, maar iedereen maakt zijn eigen interviewleidraad, met eigen – kritische – vragen. Nadien bekijken we wat er (minder) goed liep, wat ze anders hadden kunnen doen en hoe ze zichzelf in de toekomst kunnen verbeteren. Ook dat is kritisch zijn!

 

Foto bovenaan © Shutterstock.com