fbpx
deMens.nu

Een getuigenis vanop de eerste rij

“Meer dan de som van individuen”

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr2

Laurent Blonden is een begrip binnen de georganiseerde vrijzinnigheid. Ere-inspecteur-adviseur, crisismanager en Limburgse levensgenieter … Een vrijdenker met een mening die steeds op rotsvaste idealen is geborduurd. Een gesprek met de man die de georganiseerde vrijzinnigheid een halve eeuw mee richting gaf.

Jérémy Celen en Bert Goossens

Ben je in een vrijzinnig nest opgegroeid?

Laurent Blonden: Ik kom uit een gemengd gezin. Vrijzinnig aan de ene kant, katholiek aan de andere. Binnen het gezin was er eenheid in de verscheidenheid van denken, daarom dat het denken vrij was. Mijn vader is kort na de oorlog in 1946 overleden. Mede doordat de vaderfiguur wegviel, kreeg elk lid van het gezin een geleide verantwoordelijkheid mee. In 1948 ben ik naar het Koninklijk Atheneum Tongeren gegaan, toen reeds in een geest van tolerantie.

 

Laurent Blonden

Wanneer is dat vrijzinnig gedachtegoed gekomen?

Blonden: Op een gegeven moment begin je filosofische en ethische vragen te stellen. Het actief beleven van de schoolstrijd was voor mij cruciaal. De tegenstelling tussen een katholiek Vlaanderen en de andersdenkenden die de richting van het vrijzinnig humanisme uitgingen. Zij het nog embryonaal, gestart in het Antwerpse in de jaren 1950 door onder anderen Karel Cuypers en Robert Dille.

De schoolstrijd heeft me anders naar politiek, godsdienst en ethiek doen kijken. Als jonge scholieren in het rijksonderwijs werden wij door de toenmalige CVP, de Christelijke Volkspartij, verguisd. Belangrijk was de intrede van de cursus niet-confessionele zedenleer (ncz) in het officieel onderwijs eind jaren 1950. Tot dan waren er slechts drie erkende godsdiensten die werden onderwezen.

 

Je bent dan zelf leerkracht ncz geworden?

Blonden: Mijn eerste keuze was de journalistiek, maar gezien ik uit een onderwijsfamilie kom, opteerde ik alsnog voor de opleiding regent. Na mijn studies ging ik aan de slag als leerkracht in de rijksnormaalschool te Tongeren. Het betrof een opdracht van zestien uur geschiedenis en ‘ocharme’ zes uur ncz, verspreid over drie klassen. Van de vier- à vijfhonderd leerlingen waren er zes of zeven die de cursus ncz volgden.

Ik was een jonge figuur in een meisjesschool en het jaar nadien vroeg de directie zich af waarom plots zoveel meisjes ncz volgden. Een ouderwetse pastoor gaf godsdienst, dat speelde natuurlijk mee. Er kwamen steeds leerlingen bij, waardoor ik mijn lessenpakket geschiedenis afbouwde en voltijds voor ncz koos. Dat voelt nog steeds als de juiste keuze aan.

Wij kregen in de opleiding dikke filosofische traktaten te verwerken, maar op pedagogisch vlak moesten we zelf aan de slag. Belangrijk daarbij was de opkomst van het Humanistisch Verbond in de jaren 1950. Daarnaast had je de Oudervereniging voor de Moraal (OVM), waarbij ouders van wie de kinderen ncz volgden, zich verenigden en steun vonden in het pedagogisch verwerken van de cursus. In 1986 stapte ik over naar de inspectie ncz in het lager onderwijs. Tot 31 augustus 2008, bijna 66 jaar jong in leeftijd, dan moest ik verplicht met pensioen gaan.

 

‘Vrijzinnig, omdat wij het menen met andermans mening’: affiche van de Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw, uitgegeven in 1988 – Bron: Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven

Was je tijdens je loopbaan ook actief in vrijzinnige organisaties?

Blonden: Op professioneel vlak was er de opdracht als leerkracht en nadien als inspecteur. Ik engageerde mij actief bij een aantal vrijzinnige organisaties zoals het Willemsfonds. Vlaams, liberaal en vrijzinnig. Ik werd lid van het Humanistisch Verbond, de Humanistische Jongeren … Heel belangrijk waren de feesten vrijzinnige jeugd. Het professionele en het vrijwillige engagement liepen in feite door elkaar. Na mijn pensioen ben ik mij verder blijven inzetten binnen de vrijzinnigheid.

 

Je bent al enkele jaren voorzitter van Fakkeltjes vzw. Waarom de keuze voor Fakkeltjes?

Blonden: Tijdens mijn loopbaan kwam ik in contact met Fakkeltjes, opgericht door de Humanistische Jongeren (nu Hujo) en een belangrijk pedagogisch instrument voor de leerlingen ncz in het lager onderwijs. De waarheid heeft haar rechten: op een bepaald ogenblik was de kwaliteit van de Fakkeltjes onvoldoende. De magazines werden niet altijd geleverd. En de leerkrachten haakten af.

We staken dus de koppen bij elkaar en Fakkeltjes werd, gesteund door de Unie Vrijzinnige Verenigingen – deMens.nu, een vzw met Reimond Van de Cotte als voorzitter. Na zijn plotse overlijden kreeg ik in 2011 het aanbod van het voorzitterschap. Men zag mij op dat ogenblik eigenlijk als een soort ‘crisismanager’.

In mijn opdracht als inspecteur lag het pedagogische van de cursus mij nauw aan het hart. Ik durfde wetten en decreten wel eens ‘naar de geest’ te interpreteren, maar op het vlak van de pedagogische kwaliteit en de aangeboden instrumenten legde ik de lat zeer hoog.

We zochten en vonden een nieuwe stafmedewerker en samen met een raad van bestuur en een algemene vergadering creëerden we een dynamiek die resulteert in de huidige magazines: kwalitatief, stipt geleverd en door de leerkrachten en leerlingen ncz pedagogisch gewaardeerd.

 

‘Het denken mag zich nooit onderwerpen’: affiche van de Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw, uitgegeven in 1988 – Bron: Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven

Je draagt al twaalf jaar het petje van SMB-voorzitter. Welke impact en betekenis hebben de Stuurgroep voor Morele Bijstand en haar initiatief Ik wil praten het voorbije jaar gehad?

Blonden: Ondanks mijn gedwongen pensionering was ik er de man niet naar om in een zetel te gaan zitten. Het was een uitdaging om de werking rond de professionele en vrijwillige moreel consulenten in ziekenhuizen en woonzorgcentra te bestendigen en waar mogelijk verder uit te bouwen.

Over 2020: ik beschouw het als een ‘verloren’ jaar. En toch bracht het ons in deze tijden van pandemie in denken, hoewel verplicht op afstand, dichter bij elkaar. En socialer, in het besef dat een gemeenschap meer is dan de som van individuen. De slogan van deMens.nu was meer dan toonaangevend: “Denk voor jezelf, zorg voor elkaar.”

De toestanden in ziekenhuizen en woonzorgcentra waren hartverscheurend. Bewoners van woonzorgcentra zijn ouder en kwetsbaar. Het moment dat familieleden je niet meer kunnen bezoeken, dat eenzaamheid hoogtij viert … Dan is er toch een bijzondere opdracht voor professionelen en vrijwilligers weggelegd. De mensen vonden in dat moeilijke jaar, letterlijk en figuurlijk, een uitgestoken hand en een warm woord.

Op een gegeven moment vonden er zelfs geen uitvaarten meer plaats. Dramatisch. Gelukkig konden mensen een beroep doen op het luisterend oor van onze professionelen en vrijwilligers. Vergis je niet: het is een zware opdracht. Onze moreel consulenten hebben daar in het heetst van de strijd het leed van bewoners en families kunnen verzachten en dat ervaar ik als zeer positief.

 

Ook al ziet niet iedereen die meerwaarde van een moreel consulent?

Blonden: Soms gaan er stemmen op: “Is het nog wel nodig dat daar moreel consulenten zijn?” Want uiteraard staan die op de betaalrol van het ziekenhuis … “Kunnen we die niet vervangen door een maatschappelijk werker of een psycholoog?”

Ik ben van mening dat mensen in een woonzorgcentrum geen nood aan een sociaal werker hebben, maar dat die taak in handen van onze vrijzinnige moreel consulenten moet blijven. Dat is een blijvende opdracht voor SMB en Ik wil praten, ook in de toekomst. Door covid-19 is men wel de meerwaarde van onze vrijzinnige moreel consulenten gaan inzien.

 

‘Vrijzinnig, omdat wij het menen met andermans mening’: affiche van de Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw, uitgegeven in 1988 – Bron: Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven

Hoe zie je, na 50 jaar UVV, de toekomst van het vrijzinnig humanisme tegemoet?

Blonden: Ik weet niet hoe de maatschappij gaat evolueren, maar evolueren zal ze uiteraard. En deMens.nu is een huis met vele kamers. De lidverenigingen maken deel uit van de unie, en al die kamers worden bevolkt door mensen. Vrijzinnigen zijn niet altijd de gemakkelijkste mensen – ik ook niet. De maatschappelijke dialoog moet het cement van UVV blijven.

Het debat moet blijvend gevoerd worden om de verworvenheden op ethisch vlak verder uit te bouwen in de maatschappij. Ik denk ook aan professor Djalali die onterecht gevangenzit in Iran. Ik grijp terug naar de verklaring van Poincaré: het denken is vrij. Op het ogenblik dat het denken niet meer vrij is, is dat het einde van alle denken. Laat deMens.nu een denktank blijven om tot een verdraagzamere maatschappij te komen.

Ik denk ook aan de ongelijkheid in dit land en de rest van de wereld. De mens moet centraal blijven staan in het maatschappelijk gebeuren: de maakbare mens, de kwetsbare mens … deMens.nu moet ten dienste staan van de mens in onze multiculturele samenleving die we nu kennen en die zich meer en meer zal profileren.

 

Om nog een laatste keer terug te blikken: had je iets in je rijke leven anders willen doen?

Blonden: Ik blik eigenaardig genoeg weinig terug. Ik leef in het heden en ondanks mijn leeftijd kijk ik nog naar de toekomst. Uiteraard zijn er bepaalde dingen in mijn leven geweest, noem het onbewuste menselijke fouten, die ik heden anders zou aanpakken. Maar: “Faute avouée est à demi pardonnée.”

Zou ik terug willen naar vroeger? Nee. Zou ik denken en doen anders gedaan hebben? Het toeval bepaalt sommige gebeurtenissen, de omgeving waarin je leeft andere. Uit die fouten kan je leren. Wat ik eruit geleerd heb: verdraagzaamheid is een van de belangrijkste woorden uit mijn leven. Het respect voor ieders denken, op het ogenblik dat ook jouw mening wordt gerespecteerd. En dat kan alleen in een vorm van samenleven in dialoog.

Als ik dan toch terugblik, is het in tevredenheid. Tevreden omdat ik mijzelf altijd heb geëngageerd en geprofileerd op zowel pedagogisch als filosofisch en politiek vlak. En dat ik dat engagement immer naar behoren heb willen invullen en honoreren. Waarvoor ik een zekere erkentelijkheid heb gekregen, maar daarvoor doet een mens het niet. Je doet het omwille van jezelf, van anderen, van het streven naar een betere, rechtvaardigere en tolerantere maatschappij die je aan de volgende generaties nalaat. Dat is geen recht, het is een plicht.

 

‘Waar kon je heen met een probleem? Daar kun je heen met een probleem’, Centrum voor Morele Dienstverlening: affiche van de Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw, uitgegeven in 1996 naar aanleiding van het 25-jarige bestaan – Bron: Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven