fbpx
deMens.nu

Toen het huisvandeMens nog CMD heette

De pioniersjaren herbeleefd

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr2

In 1983 openden de eerste 6 Centra voor Morele Dienstverlening, kortweg CMD, de deuren. Ze evolueerden tot 32 huizenvandeMens, en deMens.nu groeide van 12 tot meer dan 160 personeelsleden. Franky Bussche en Hilde De Paepe waren bij de eersten. Franky opende het centrum in Brugge en werkte nadien op het federaal secretariaat in Brussel als directeur Studie en Onderzoek. Hilde stond aan de wieg van het centrum in Antwerpen en is reeds 16 jaar met pensioen. We vroegen hen hoe de pionsiersjaren eruitzagen.

Wendy Serraris en Evelien Vandenbussche

Wat maakte de job als moreel consulent boeiend in die opstartfase?

Hilde De Paepe

Hilde De Paepe: Minstens één keer per maand kwamen we allemaal samen met de voorzitter, eerst Walter Matthijs, later Leo Ponteur. We leerden elkaar beter kennen en wisselden van gedachten. Alles kon en mocht in vraag worden gesteld. Iedereen had zijn of haar eigen invalshoek of specialisatie, en indien nodig konden we elkaar bellen. Omdat men in de meeste huizen met twee werkte, was de band tussen moreel consulent en assistent heel hecht.

Franky Bussche: Het was interessant om je dienstverlening autonoom uit te bouwen. Ik was betrokken bij de start van Antenne, het vakblad voor moreel consulenten. De redactie was jarenlang een eenmanszaak, later kwam er een uitgebreide redactieraad.

 

Welke moeilijkheden ondervond je?

Hilde: De autonomie was boeiend, maar maakte de job ook moeilijk. Je moest je eigen plaats en invulling zoeken. We moesten ons bewijzen en een plek ‘veroveren’, ook binnen de vrijzinnigheid zelf. Daarnaast moesten we onze eigen folders maken, wat niet vanzelfsprekend was.

Franky Bussche

Franky: We waren daarin creatief en gebruikten een stencil met stempel en zelfgetekend plannetje. Kopies namen we in een school of krantenwinkel. Het roept nostalgische herinneringen op aan hoe de eerste folder, met grote fakkel erop, tot stand kwam. Het CMD beschikte over een solide elektrische IBM-typemachine. Teksten moesten we opnieuw typen als er een fout in stond. Als moreel consulent voor een hele provincie verloren we veel tijd met verplaatsingen. Je werkte voor de hele provincie zonder gsm of computer: niet op kantoor was niet bereikbaar.

 

Waarop lag de focus in die beginjaren en merk je een verschil met nu?

Franky: De focus lag op de niet-confessionele morele bijstand en op de ondersteuning van de Stuurgroep voor Morele Bijstand (SMB) die moreel consulenten in ziekenhuizen en woonzorgcentra inzet. In eerste instantie door het op punt stellen van de lijst met vrijwillige moreel consulenten. We legden contact met de directies van ziekenhuizen, daar waren reeds vrijwillige consulenten aan de slag.

Hilde: We werkten al gauw met SMB samen en werden opgenomen in de raad van bestuur die maandelijks bijeenkwam. Er werd geijverd voor de aanstelling van bezoldigde moreel consulenten in de OCMW-instellingen. Het werk van de consulenten kreeg ook meer bekendheid.

Franky: We hadden vooral afscheidsplechtigheden en soms een geboorteplechtigheid, huwelijken waren zeldzaam. We kregen geen opleiding plechtigheden, zoals nu wel het geval is. Vóór de opening van het crematorium in Brugge was het niet altijd makkelijk. Soms belandden we ergens in een kleine zaal of stonden we in openlucht op een begraafplaats. Op de binnenkoer van het AZ Sint-Jan bracht het lawaai van de expresweg altijd verstrooiing.

Hilde: De werking van de verschillende centra was niet gelijk, omdat de vraag anders was. In sommige centra lag het accent op de individuele morele begeleiding. In Antwerpen is dat eerste jaar ook het crematorium gestart en een aantal vrijwilligers wilde vrijzinnige afscheidsplechtigheden aanbieden. Wij werden ingeschakeld en die plechtigheden bleken al snel aan te slaan. De vele aanvragen overvleugelden zelfs de werking; hierdoor en door de gesprekken met de families raakten we beter bekend.

Franky: Wanneer een leerkracht ons vroeg om de werking voor te stellen, gingen we naar de klas. Nu zijn er geschikte ruimten en komen klassen naar het huisvandeMens in het kader van interlevensbeschouwelijke wandelingen. Het initiatief kwam uit West-Vlaanderen en werd later op Vlaams inspectieniveau overgenomen.

Hilde: De legalisering van ethische kwesties, zoals recht op waardig sterven, euthanasie en abortus, stond zwaar ter discussie. Wij kregen daar ook mee te maken, wat tot frustraties kon leiden vooraleer de euthanasiewet er was. Bijvoorbeeld wanneer terminale patiënten, die een levenstestament bij de testamentenbank van het Humanistisch Verbond hadden gedeponeerd, ervan uitgingen dat wij over de middelen beschikten om hen te helpen. Gelukkig kon er nog een goed gesprek met de betrokkenen volgen.

Franky: We gaven voordrachten over die ethische thema’s aan leden van lokale lidverenigingen, ziekenfondsen, gepensioneerdenbonden … Externe sprekers vroegen we niet, de budgetten lieten dat niet toe. De werking is nu uitgebreid naar jongeren en gemeenschapsvorming. De begeleiding bij het opstellen van wilsverklaringen levenseinde gebeurt in samenwerking met LEIF, het LevensEinde InformatieForum. We hebben inmiddels ook de stap naar het digitale tijdperk gezet. De professionalisering zette zich op alle echelons verder. (lees verder onder de illustraties)

 

 

‘Iedereen komt wel eens terecht in situaties die moeilijk te verwerken zijn’: allereerste, zelfgemaakte folder van de Centra voor Morele Dienstverlening, 1983 – Bron: Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven

 

Waaraan denk je met nostalgie terug?

Franky: Aan de stafvergaderingen met het voltallige personeel, op nummer 50 van de Brand Whitlocklaan in Brussel. En hoe we met weinig financiële middelen vormingsactiviteiten voor de moreel consulenten van SMB organiseerden, in de woonkamer van het appartement van het toenmalige CMD aan de Sint-Maartensbilk te Brugge. We brachten zelf iets of deden een beroep op een bevriende gastspreker.

Hilde: Aan collega’s, sommigen zijn vrienden geworden, aan speciale cliënten of aan bepaalde crematiegesprekken. Ik realiseer me dat ik door het werk veel levenservaring kon opdoen en wat wijzer ben geworden.

 

Wil je nog een anekdote met ons delen?

Hilde: Niet echt, maar ik denk vaak terug aan de historische UVV-weekends met collega’s, waar ik veel fijne en interessante mensen leerde kennen.

Franky: Ik ging voor een receptie hapjes in een school ophalen, maar bij aankomst bleken het er veel te zijn. Mits wat schikken, kreeg ik ze in mijn break. Pittig detail: door wegenwerken en een hobbelig wegdek viel de lading bijna in mijn nek. Nog wat herschikken, een nieuw evenwicht zoeken en ik kon mijn voorraad veilig afleveren in Brugge, waar de toastjes en hapjes erg werden gesmaakt.

 

Meer weten?

Ben je geïnteresseerd in vrijzinnig humanisme? Of in de vrijzinnig humanistische dienstverlening? Zoek je een huisvandeMens in je buurt?

Welke lidverenigingen zijn actief onder de koepel van deMens.nu? Waar bevinden zich de vrijzinnige centra? Welke activiteiten vinden er binnenkort plaats? In je buurt, elders in Vlaanderen en Brussel, of online?

Ben je graag op de hoogte van recente nieuwsberichten en actuele thema’s? Of wil je zelf als vrijwilliger aan de slag in een huisvandeMens?

Meer info vind je hier.