fbpx
deMens.nu

Verhalen van oudgedienden

Over beleving en identiteit

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr4. Lees hier meer artikels over ‘erfgoed’.

Samen met CAVA, het Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven, organiseerde de opleiding postgraduaat Praktisch Humanisme een opdracht rond mondelinge geschiedenis en immaterieel erfgoed. Studenten interviewden oudgediende vrijzinnigen en brachten dát naar boven waarover materiële archiefstukken vaak zwijgen. Wij spraken hierover met Niels De Nutte, opleidingscoördinator van het postgraduaat Praktisch Humanisme, en Frank Scheelings, coördinator van CAVA.

Wouter Goemaere

Wat is mondelinge geschiedenis?

Niels De Nutte: Het is een vorm van geschiedenis die niet uit andere bronnen is te halen. Het is voornamelijk een persoonlijk verhaal, een visie op het beleefde verleden. Als zodanig geeft dat soort bron een persoonlijke en interpersoonlijke dimensie aan verhalen die we op andere manieren, via andere soorten bronnen, al kennen.

Frank Scheelings

Frank Scheelings: Er is een verschil tussen geschiedenis, verhalen en immaterieel erfgoed. Mondelinge geschiedenis ga je gebruiken om verhalen naar boven te halen die dienstbaar aan de geschiedenis zijn. Je kan er gekende bronnen mee verifiëren, omdat ze extra gegevens aanbrengen die niet in archieven te vinden zijn. Tegelijkertijd begint zo’n verhaal, wanneer het wordt herhaald, tot het erfgoed van mensen te behoren.

Erfgoed is iets anders dan geschiedenis. Geschiedenis is de wil om door het verleden de eigen tijd beter te begrijpen, terwijl immaterieel erfgoed gewoonten, kennis en praktijken zijn die een bepaalde generatie of groep mensen graag naar de toekomst wil overdragen.

Een voorbeeld van immaterieel erfgoed is het verhaal dat zich in de jaren vijftig afspeelt over de jongens van de katholieke scholen die de ruiten van de athenea ingooiden. De kinderen zitten in de klas en plots vallen die ruiten aan diggelen. Scherven overal. Als dat verder wordt verteld, dan begint dat te behoren tot het immaterieel erfgoed van de groep vrijzinnigen die zich daarmee identificeert. Stel dat het verhaal niet waar is, dan is het geschiedkundig onjuist, maar als iedereen het blijft doorvertellen, behoort het toch tot het erfgoed. Het staat in het geheugen van de vrijzinnigen gegrift.

 

Wat is jullie bij de eerste verzameling vertellingen opgevallen?

Niels: Het aspect van het breukmoment met de geloofsbelijdenis was vaak wel een belangrijk punt. Wat wij gevoelsmatig hadden verwacht en zagen terugkomen, was het belang van bijvoorbeeld de schoolstrijd van de jaren 1950 en andere dynamieken waarbij families op een gegeven moment een echt problematische interactie met een kerkelijke of daaraan verwante instantie hadden.

Je ziet dat zoiets generaties kan blijven nawerken en consequenties heeft voor hoe die familie zich maatschappelijk gaat positioneren en engageren.

Frank: Wat mij altijd opvalt als we met CAVA interviews afnemen, is dat mensen zeer enthousiast zijn om daaraan mee te werken. Ik vind zo’n interviews zelf heel belangrijk, omdat door die verhalen heen identiteit wordt gecreëerd. Je betrekt mensen bij de zaak en zij zien dat er oprechte belangstelling is voor wat zij vroeger hebben meegemaakt. Het heeft daardoor een waardevol gemeenschapsvormend effect.

 

Welke verhalen zijn het interessantst, die van de bestuurders van grote vrijzinnige organisaties of die van de vrijzinnigen achter de schermen?

Niels De Nutte

Niels: Als ik eerlijk ben, de verhalen van de mensen die niet tot de organisaties behoorden. Grote namen zijn altijd wel belangwekkend, omdat je daarmee een beter beeld van de dynamieken binnen de grote organisaties krijgt.

Persoonlijk vond ik echter het leukste verhaal dat van een vrouw die louter op basis van een rationeel proces de kerk had verlaten. Daarbij refereerde zij ook aan het feit dat bij haar ouders altijd naar Het Vrije Woord (het radioprogramma van vrijzinnigen op de openbare omroep, red.) werd geluisterd. Ze werd zo getriggerd door alles wat er op de radio werd verteld en door hoe die mensen zo vrank en vrij onderwerpen aanraakten waar ze anders nooit mee in contact kwam.

Ook interessant was een anekdote dat er bij iemand op school een condoom lag die moest worden gezocht, want dat impliceert dat die leraar zedenleer op een clandestiene manier burgerlijk ongehoorzaam was. Aangezien seksuele vorming op school als publiciteit voor contraceptiva kon worden gezien, en tot 1973 nog tot een veroordeling kon leiden, vertellen die verhalen ons veel over wat er in de maatschappij met het vrijzinnig zijn gebeurt.

 

Wat is het belang van emotie in de verhalen van oudgediende vrijzinnigen?

Frank: Als je het over het emotionele hebt, dan heb je het natuurlijk ook over het beleven, dus over het erfgoed dat eraan kleeft. Dat beleven is identiteitsvormend, als je dat met anderen gaat delen. Dat zijn zaken die mensen samen hebben meegemaakt. Of waarvan de ene zegt: “Kijk, ik heb dat meegemaakt”, en de andere dan antwoordt: “Ja, ik heb dat ook meegemaakt.”

Het is trouwens interessant dat het emotionele tegenwoordig veel meer wordt aanvaard dan vroeger. Je mag met zo’n emotioneel verhaal komen, zonder dat mensen het op basis daarvan wegwuiven. Men heeft tegenwoordig veel meer respect voor de beleving van mensen. (lees verder onder de foto)

 

Geschiedenis is de wil om door het verleden de eigen tijd beter te begrijpen, terwijl immaterieel erfgoed gewoonten, kennis en praktijken zijn die een bepaalde generatie of groep mensen graag wil overdragen naar de toekomst © Shutterstock.com

 

Zijn jullie via de gesprekken ook verborgen vrijzinnige artefacten op het spoor gekomen?

Niels: Dat was tot nu toe eerder beperkt. Er zijn een aantal mensen die aangeven dat ze nog archieven in hun bezit hebben, maar van objecten heb ik geen weet. Wel vind je hier en daar een boek dat mensen in eigen beheer hebben geschreven of een publicatie verbonden aan een evenement dat ons is ontgaan, van die kleine dingen. Dat gebeurt wel, maar ik kan niet zeggen dat het om een enorme hoeveelheid gaat.

Frank: Ik merk ook dat mensen die link niet meteen leggen. Als wij ons gaan presenteren als CAVA, dan denken zij wel aan archieven, maar niet aan objecten. Het is voor velen niet makkelijk om uit te maken wat net een vrijzinnig object is, terwijl het veel verder gaat dan louter archiefstukken.

Het kan iets zijn dat je tijdens een feest van de vrijzinnige jeugd hebt gekregen, of een flyer van een bepaald evenement, een medaille, een toegangsticket, bepaalde syllabi en studentencodices, maar foto’s kunnen zeker ook van belang zijn. Mensen die nog archieven of andere van die interessante stukken hebben liggen, mogen altijd contact met CAVA opnemen.

 

Meer weten?

• CAVA, Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven: meer informatie vind je hier en contact via info@cavavub.be

Postgraduaat Praktisch Humanisme: meer over de opleiding hier.