fbpx
deMens.nu

De toekomst is plantaardig

De impact van individuen blijkt

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg11 nr1. Lees hier meer artikels over ‘dieren’.

We leven in boeiende tijden. Veel van wat ‘altijd al zo was’ wordt openlijk in vraag gesteld. Zoals de manier waarop we met dieren omgaan. Is het nog wel van deze tijd om dieren te kweken enkel en alleen om ze op te eten? Wordt de toekomst echt plantaardig? Veganist Tobias Leenaert gelooft er alleszins in.

Lieve Goemaere

Een nieuwe levenswijze

Tobias Leenaert was twaalf jaar toen hij begon na te denken over het verschil tussen de dieren die we in huis nemen en de dieren die op ons bord belanden. Zijn grote vraag was: “Hoe kan ik rechtvaardigen dat ik de ene soort opeet, en de andere soort knuffel?” Hij vond geen onderscheid, en kwam tot de conclusie dat hij dan maar beter vlees kon laten.

Maar omdat hij zo genoot van dat lapje vlees op zijn bord, duurde het nog tot zijn twintigste eer hij daadwerkelijk die stap zette. Niet veel later werd hij veganist, schreef hij zijn thesis over de relatie tussen mens en dier, en richtte hij EVA op, wat staat voor Ethisch Vegetarisch Alternatief. Na vijftien jaar aan het roer van die organisatie te hebben gestaan, begon hij op zichzelf, als spreker, consultant en auteur. Zijn boek How to Create a Vegan World is ondertussen in tien talen vertaald.

Tobias Leenaert: “Mijn theory of change is: je moet genoeg mensen hebben die genoeg doen. Liever honderd mensen die ietsje meer plantaardig eten dan één veganist die alles volgens het boekje doet.”

De ideale persoon dus om mijn prangende kwestie aan voor te leggen. Het zit namelijk zo …

Het is ondertussen 26 jaar geleden dat ik mijn eerste stappen richting vegetarisme zette. Ik zat in het zesde middelbaar en mijn moeder zette een stoofpotje met konijn op tafel. Nee, dat kon ik écht niet opeten. Ik dacht al langer na over vegetariër worden, en het beeld van een donzig konijntje op mijn bord gaf de doorslag: ik kapte met vlees eten. Een half jaar later schrapte ik ook vis van mijn menu.

Wat heb ik daar commentaar op gekregen, zeg. Altijd waren er mensen die meenden iets over mijn nieuwe levenswijze te moeten zeggen. Ik werd ontelbare keren een naïeve geitenwollen sok genoemd, en ik kan je een lijstje geven van alle grappen die ik door al die jaren heen heb mogen horen. Met stip op nummer één: “Wortels hebben ook gevoelens hoor, haha.” Toen ik wat jonger was, ging ik daar steevast tegenin, tot grote hilariteit van de tegenpartij natuurlijk. En ik geef toe, ik heb me vast ontelbare keren laten vangen.

In de loop der jaren leerde ik om niet meer op dergelijke commentaren in te gaan. Uiteindelijk verdwenen die opmerkingen volledig. Meer zelfs, daar waar ik vroeger net wel of net niet recht in mijn gezicht werd uitgelachen, reageren mensen nu haast verontschuldigend: “Ik eet zelf ook bijna geen vlees, hoor.” Terwijl ik daar niet eens naar vraag: mij maakt het niet zoveel uit wat een ander in zijn bord legt. Maar is de houding tegenover vegetariërs en veganisten echt zo veranderd als ik zelf aanvoel? Die en andere bedenkingen leg ik aan Tobias Leenaert voor, en hij deelt graag zijn visie op een plantaardige toekomst met ons.

 

“Vlees eten beroert mensen,
net zoals andere morele vraagstukken”

 

Dieren eten is nergens goed voor

Tobias Leenaert: Vlees eten beroert mensen, net zoals andere morele vraagstukken dat doen, vandaar al die emotionele reacties. Stel je voor: ik banjer door het leven, en jij bent iemand die heel bewust leeft, die vrijwilliger bij allerhande organisaties is en zich dagelijks voor een betere wereld inzet. De kans is groot dat ik mij slecht ga voelen als ik mezelf met jou vergelijk, en daardoor in het defensief ga. Het is een bekend fenomeen in de psychologie dat mensen die iets goeds doen sneller neergehaald worden dan anderen. Mensen wijzen blijkbaar heel graag op de inconsistenties bij anderen. Want, oef, die ander is toch niet zo perfect als hij overkomt – en daardoor voel je jezelf weer beter. Heb je deze vroeger niet gehoord: “Je bent vegetariër, maar je draagt wel lederen schoenen … Dat is toch niet consequent.” Een typisch voorbeeld.

Het is nog nooit zo gemakkelijk geweest om naar een plantaardige levenswijze over te schakelen: het aanbod aan vegetarische en veganistische producten wordt alsmaar groter © Shutterstock.com

Maar onze maatschappij evolueert, onze kennis neemt toe, en we kunnen er niet naast kijken: dieren eten is eigenlijk nergens goed voor.

Ten eerste, vlees eten is niet goed voor het klimaat. Om het even welk probleem je onder de loep neemt – ontbossing, verwoestijning, erosie, verlies aan biodiversiteit, maakt allemaal niet uit: voor al die problemen staat dierlijke landbouw in de top drie van de oorzaken.

Een tweede reden is dat dieren de laatste jaren een stem hebben gekregen. Dierenleed is zichtbaarder geworden, en dat heeft ons bewustzijn verhoogd, heeft gezorgd voor meer oog voor dierenwelzijn. Bepaalde undercoverbeelden choqueren de mensen. Wat in sommige slachthuizen gebeurt, wordt niet meer getolereerd in een beschaafde samenleving.

Ten derde is het duidelijk dat te veel vlees eten niet goed is voor je gezondheid. Veel onderzoeken wijzen uit dat rood en verwerkt vlees de kans op kanker verhoogt. Dan denk je toch twee keer na eer je zoiets in je mond steekt.

Bovendien is het nog nooit zo gemakkelijk als nu geweest om naar een plantaardige levenswijze over te schakelen. Vroeger waren producenten van vegetarische en zeker van veganistische producten kleinschalige spelers die vanuit hun eigen beperkte niche werkten. Vandaag de dag beseffen steeds meer ondernemers dat er veel toekomst in plantaardige voeding ligt. Ze hebben ambities die pakweg twintig jaar geleden onbestaande waren.

Sommige plantaardige bedrijven draaien een miljoenenbusiness en zijn constant aan het innoveren. Hoeveel soorten plantaardige drinks zijn er niet de dag van vandaag? Vroeger moest je het stellen met sojamelk van Lima, nu zijn er veel merken die veel smaken op de markt brengen.

 

“Dieren hebben een stem gekregen,
er is meer oog voor dierenwelzijn”

 

Elke stap is belangrijk

Leenaert: Al snap ik best dat het voor veel mensen moeilijk blijft. Als je op restaurant moet kiezen tussen je favoriete gerecht steak au poivre of het onbekende tempé, dan begrijp ik waarom je voor het eerste opteert. Mensen kiezen nu eenmaal niet zo gemakkelijk voor het onbekende. Maar je kan ook kleinere stapjes zetten. Spaghettisaus is net zo lekker en eenvoudig te bereiden met plantaardig gehakt als met vlees, dus waarom zou je bijvoorbeeld niet proberen om dat vlees standaard te vervangen?

Mijn theory of change is: je moet genoeg mensen hebben die genoeg doen. Liever honderd mensen die ietsje meer plantaardig eten dan één veganist die alles volgens het boekje doet. Als er voldoende mensen een kleine verandering willen maken, dan wordt het aanbod vanzelf groter en verlaag je de drempel om plantaardig te eten. De meeste mensen willen namelijk geen al te grote offers maken.

De mens brengt de verandering en de omgeving moet ze mogelijk maken: voldoende individuen samen kunnen een impact hebben, én de industrie moet voor alternatieven openstaan © Shutterstock.com

Vijfentwintig jaar geleden moest je als vegetariër vooral veel van je menu schrappen. Nu is dat helemaal anders, eigenlijk heb je vandaag veel minder motivatie nodig. En je kan ook maar gewoon je best doen.

Door al te fanatiek met je vingertje te zwaaien, stoot je mensen af, en bovendien maak je het voor jezelf reuzemoeilijk. Of je nu honderd procent veganist bent, of negenennegentig, die ene procent maakt echt geen verschil. Een visie waarop ik trouwens soms kritiek van veganisten krijg. Zij begrijpen maar niet dat ik het beter vind om de bijna-vegan lasagne die iemand je voorschotelt op te eten, ondanks de eieren in de lasagnevellen, dan je neus ervoor op te halen.

Het gaat me om het effect: als ik die lasagne, waarvoor iemand zo goed zijn best heeft gedaan, weiger, dan zal dat die andere persoon wellicht niet motiveren om plantaardig eten verder te onderzoeken. Hij of zij zal het associëren met fundamentalisme. Dat wil ik vermijden.

 

Discrepantie tussen denken en doen

Leenaert: Daartegenover staat dat hoe gemakkelijker het wordt om veganist te zijn, hoe laakbaarder het is om het niet te zijn. Zolang een elektrische auto twee keer zoveel kost als een gewone, kan je niet verwachten dat iedereen zich een elektrische wagen aanschaft. Maar van zodra er geen prijsverschil meer is, ben je toch moreel verplicht om de meest ecologische keuze te maken. We zijn er nog lang niet, maar van zodra het écht gemakkelijk is om vegetariër of veganist te zijn, dan wordt het steeds minder aanvaardbaar om toch nog altijd vlees te eten.

Vlees eten beroert mensen. Spelen daarbij een rol: de impact van dierlijke landbouw op het klimaat, het bewustzijn voor dierenleed, de invloed van vleesconsumptie op de gezondheid © Shutterstock.com

Veel mensen vinden rechtvaardigheid, geen leed berokkenen en zorg dragen voor toekomstige generaties belangrijk. Als je dat vindt, kan je toch op zijn minst proberen daarnaar te leven.

Ik hoor vaak: “Ik vind dat je dieren mag opeten, maar ze moeten wel goed behandeld worden.” Als je dan vraagt: “Dus jij eet alleen dieren die in een fantastische context leven vooraleer ze zachtaardig worden gedood?”, krijg je toch te horen dat die mensen hun vlees gewoon in de supermarkt kopen. Of misschien bij de biologische slager of op een hoeveslagerij, maar is dat zoveel beter?

Bij veel mensen is er een fundamentele discrepantie tussen wat ze denken dat goed is, en wat ze doen. Die discrepantie is er bij iedereen, hoor, bij mij ook, al situeert die zich dan eerder op andere vlakken. Ik besef bijvoorbeeld dat veel kledij wordt gemaakt in omstandigheden die echt niet oké zijn, maar niet al mijn kleren zijn fair trade. Maar ik wil wel mijn best doen, op zijn minst proberen.

Hoe beter je het hebt en hoe meer bevoorrecht je positie is, des te meer verantwoordelijkheid heb je om over dingen na te denken en actie te ondernemen. Nog zo’n dooddoener die ik vaak voor de voeten geworpen krijg: “Er zijn zoveel prangender kwesties op de wereld dan dierenleed. Alleen het rijke Westen kan zich met vegetarisme bezighouden.” Natuurlijk, en net omdát wij het kunnen, moeten we het doen.

 

“Voldoende individuen samen
kunnen een impact hebben”

 

Verbeter de wereld, begin bij jezelf

Leenaert: Ik geloof dat voldoende individuen samen een impact kunnen hebben. Ik run bijvoorbeeld een lokale Facebookgroep waarop we restaurantjes met een plantaardig aanbod groeperen. Die zaken krijgen dan meer volk over de vloer dat daar specifiek naar op zoek is; daardoor vergroten ze hun aanbod, en krijgen ze vaak nog meer klanten … Een heel simpele actie waaruit de impact van individuen blijkt.

Toch mogen we die andere zijde niet vergeten: het is ook belangrijk dat de vleesindustrie begint open te staan voor een vegetarisch aanbod, dat er bedrijven zijn die toekomst zien in plantaardige verhalen. Het is een en-enverhaal: de mens brengt de verandering, maar de omgeving moet die verandering mogelijk maken. Meer aanbod en keuze maakt de consument enthousiaster.

 

Op de goede weg, maar …

Leenaert: Zo is er het initiatief van enkele warenhuisketens om vanaf 2026 geen plofkippen meer te verkopen. Een serieuze stap voor supermarkten, dat zeker, al maak ik er meteen een kanttekening bij: uiteindelijk is de enige concrete verandering dat het om trager groeiende rassen gaat die vijf à tien dagen langer gaan leven.

Dus laat ons de mensen vooral niet wijsmaken: “Eet nu maar met een gerust hart kip.” Weet je dat kippen, die toch wel tien jaar oud kunnen worden, geslacht worden wanneer ze zes weken zijn? Voor mij is de manier waarop wij als samenleving met dieren omgaan, totaal onaanvaardbaar. Ben je een vleeseter en wil je één kleine stap in de goede richting zetten? Eet dan geen kip meer. Zij zijn de dieren die het meest lijden.

 

Plantaardige toekomst

Leenaert: Ik denk dat ik het zelf niet zal meemaken, maar ik geloof rotsvast in een plantaardige toekomst. De mensen die met morele argumenten te overtuigen zijn, zijn al mee met het verhaal. Nu moeten we ook nog die andere groep meekrijgen, en dat lukt door het plantaardige aanbod groter en toegankelijker te maken. Hoe meer alternatieven er zijn, hoe simpeler het is om over te schakelen, en hoe zwaarder de morele argumenten doorwegen. Een vicieuze cirkel … en zo komen we er wel.

 

Over EVA

  • EVA vzw informeert op een positieve en verleidelijke manier over alles wat met plantaardige voeding te maken heeft. Via tal van activiteiten en campagnes helpt de organisatie mensen die op een makkelijke, gezonde en lekkere manier minder of geen vlees willen eten.
  • Meer informatie, inspiratie en recepten vind je hier.
  • Dankzij EVA is donderdag voortaan veggiedag en doet in maart iedereen mee met de veggiechallenge.
  • Schrijf je in op de nieuwsbrief van EVA vzw en ontvang iedere donderdag een veggierecept in je inbox.