fbpx
deMens.nu

De onttovering van de VS

In God we trust … of toch niet helemaal meer.

Een zeer recent rapport van het Pew Research Center (een niet-partijgebonden feitentank), stelt dat ongeveer drie op de tien Amerikaanse volwassenen zich heden als “religiously unafffiliated” definieert. Zelf-geïdentificeerde christenen maken nog 63% van de Amerikaanse bevolking uit. Er is sprake van een belangrijke shift: een decennium geleden stelde nog 75 % van de ondervraagde Amerikanen gelovig te zijn.

Dr. A. Vannieuwenburg

 

Belangrijke verschuivingen

De onderzoekers zijn van oordeel dat verwacht mag worden dat deze deze verschuiving zal aanhouden. Uit dit onderzoek blijkt dat het religieus niet-gelieerde deel van de populatie 6 procentpunten hoger is dan vijf jaar geleden en zelfs 10 punten hoger dan tien jaar geleden.

Christenen mogen dan wel nog steeds de meerderheid van de Amerikaanse bevolking uitmaken, hun aandeel (volwassen bevolking) ligt in 2021 zowaar 12 punten lager dan in 2011. Andere opmerkelijke vaststelling is dat het aandeel Amerikaanse volwassenen dat zegt dat ze dagelijks bidden daalt. Meer en meer Amerikanen verklaren ook dat religie niet zo belangrijk is in hun leven.

 

Religious “nones”

Wanneer men Amerikanen de vraag stelt naar hun religieuze identiteit, antwoorden drie op de tien Amerikaanse volwassenen (29%) dat zij religieuze “nones” – zijn. Zij definiëren zichzelf als atheïsten, agnosten of “niets in het bijzonder”.  Zelfbenoemde christenen (protestanten, katholieken, leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en orthodoxe christenen inbegrepen) maken 63% van de volwassen bevolking uit.

Christenen overtreffen nog steeds de zogeheten religieuze “nones” met een verhouding van iets meer dan twee-op-één. In 2007, toen PEW de vraag over religieuze identiteit stelde, waren christenen echter nog in een meerderheid van bijna vijf tegen één (78% versus 16%!).

De recente daling is voornamelijk binnen de protestantse familie te vinden. Momenteel mag 40% van de Amerikaanse volwassenen protestant worden geheten (een groep die ruim wordt gedefinieerd en die Amerikanen omvat die zichzelf omschrijven als “christelijk” zonder meer, maar die ook denominaties zoals baptisten, methodisten, lutheranen, presbyterianen en andere confessionele families omvat). Hun aandeel binnen de bevolking daalde de voorbije vijf jaar met 4 procentpunten; gaan we 10 jaar terug dan daalde hun aandeel met 10 punten.

Het aandeel van de bevolking dat zich katholiek noemt, daalde tussen 2007 en 2014, maar is de voorbije jaren relatief stabiel. In 2021 definieert 21% van de Amerikaanse volwassenen zichzelf als katholiek en dat is zo goed als identiek aan dat wat in 2014 werd vastgesteld.

De onderzoekers vroegen de Amerikanen ook hoe vaak ze bidden en hoe belangrijk religie in hun leven is. Minder dan de helft van de Amerikaanse volwassenen (45%) verklaart dat ze dagelijks bidden. In 2007 was dit echter nog goed voor bijna bijna zes op de tien (58%); in 2014 bedroeg dit zelfs nog 55%. Bijna een derde van de Amerikaanse volwassenen (32%) zegt nu dat ze zelden of nooit bidden (ter vergelijking: in 2007 verklaarde slechts 18% dit zelden of nooit te doen).

De wedergeboren/evangelische protestanten bieden het meest weerstand: 79 % van de zelfbenoemde wedergeboren/evangelische protestanten verklaren elke dag te bidden (76% van de “witte evangelicals” en 81% van de “zwarte evangelicals”). Voor wedergeboren/ evangelische protestanten blijft religie “erg belangrijk”. Dit is een groot verschil met protestanten die zich niet als wedergeboren/evangelisch definiëren en katholieken. Voor deze laatste groepen zijn dagelijks bidden en religie veel minder belangrijk in hun leven. De meeste religieuze “nones” verklaren zelden of nooit te bidden (71%) en vinden religie niet belangrijk of helemaal niet belangrijk in hun leven (78%).

 

Op zoek naar een verklaring voor de shift

Een verklaring voor deze shift onder de Amerikanen lijkt niet onmiddellijk voorhanden. Voor bepaalde sociologen ligt de verklaring onder meer in het wegvallen van een maatschappelijke druk: het is sociaal aanvaardbaarder geworden om zich te erkennen tot de religieus niet-aangesloten groep.  Anderen zien maatschappelijke ontwikkelingen als mogelijke oorzaak: men kiest vrij óf en wanneer men huwt, óf en wanneer men kinderen wenst. Er is een streven naar een persoonlijke invulling van het leven, wars van externe druk.

Zingeving blijft echter belangrijk. Aan onderzoekers laten de “nones” weten dat ze zelf op zoek zijn naar het “zingevende”. Dat zingevende is dan te vinden in de aandacht voor de natuur, voor relaxatietechnieken, voor yoga of voor actievere deelname aan het politieke gebeuren.

Door David Campbell werd in 2015 reeds ingegaan op de betekenis van de stijging van het aantal “seculieren”. Campbell ziet in deze stijging de bevestiging van het dynamische karakter (“the fluid and dynamic nature”) van het Amerikaanse religieuze ecosysteem. Vele van de personen die stelden dat hun religie “nothing in particular” was of “none”, groeiden op in een gezin waar religie een betekenis had. Deze “nones” waren dus ooit “something”.  De Amerikanen “evolueren” echter tijdens hun leven en verklaren een andere overtuiging aan te kleven dan deze die zij tijdens de jeugd meekregen. Voornamelijk de christelijke denominatie – en meer bepaalde de katholieke denominatie – verliest aan deze switch.

Campbell definieert de groep “nones” als “soft secularists”, waarmee hij wil onderstrepen dat het hier niet gaat om een harde kern. Velen bekennen zich daarom nog niet, dixit Campbell, als behorende tot het atheïstische of agnostische kamp. Dit laat vermoeden dat zij daarom niet noodzakelijkerwijze negatief staan ten aanzien van religie of niet open zouden staan voor een geloof in een godheid, een nieuwe vorm van religie of een “hogere kracht”.

Campbell merkt hierbij ook op dat de groei van het aantal “secularisten” in de Verenigde Staten volgens een ander patroon verloopt dan dat wat men in Noord-Europa kent. In tegenstelling tot Europa waar het aantal “secularisten” generatie na generatie sterker aanwezig is, is in de Verenigde Staten momenteel (nog) geen sprake van een echte “generational turnover”. De trends kunnen al eens schommelen: “The U.S. has gone through other periods where secularism seemed to be on the rise, only to see religion respond and stem the tide of secularism. For example, religious influence in U.S. society was waning in the 1960s but was on the rebound by the late 1970s.”.

 

Kerklidmaatschap in dalende lijn

De voormelde vaststellingen liggen ook in de lijn met de resultaten van een eerder door Gallup doorgevoerd onderzoek.  In 2020 verklaarde nog 47% van de Amerikanen tot een kerk, synagoge of moskee te behoren. Een verderzetting van een eerder vastgestelde daling van 50% in 2018 (en 70% in 1999!). Ook hier is de daling opmerkelijk te noemen: wanneer Gallup in 1937 voor het eerst het kerklidmaatschap in kaart bracht werd een lidmaatschap van 73% vastgesteld. Een percentage dat gedurende decennia relatief ongewijzigd bleef, maar aanvang 21ste eeuw sterk begon te dalen.

Het onderzoek van Gallup maakte verder duidelijk dat het kerklidmaatschap sterk gelinkt is aan de leeftijd: 66% van de traditionalisten – Amerikaanse volwassenen geboren vóór 1946 – behoren tot een kerk. Voor de babyboomers is dit 58%, 50% van degenen in generatie X en 36% van de millennials. Een trend die zich, volgens analysten, zal verderzetten.

De eerder beperkte daling van het aantal Amerikaanse katholieken is waarschijnlijk te verklaren door de impact van de immigratie, meer bepaald uit het overwegend katholieke Latijns-Amerika. Anders gesteld: immigratie vormt een buffer. De impact van migratie werd eerder reeds als verklaring naar voor geschoven voor de groei van het aantal moslims.  Een studie van het “Pew Research Center demographic projections” voorspelde zelfs dat het aantal moslims goed op weg was om het aantal joden als largest of the “small” American religious minorities” voorbij te steken.

 

Eerste gevolgen

De gevolgen van deze verschuivingen zijn nu reeds duidelijk te merken. Kerken zijn immers onder meer afhankelijk van de actieve inzet en meer dan dat van de financiële bijdragen van hun leden. Hoewel het niet duidelijk is wat de gevolgen zijn naar het open houden van kerken wordt gesteld dat nu reeds elk jaar kerken de deuren moeten sluiten.

Er beweegt hoe dan ook wat. De administratie van huidig president Biden nodigde medio 2021 vertegenwoordigers van seculiere en atheïstische organisaties uit om met hen in gesprek te gaan. Hij zet daarmee een trend verder die door de vorige presidente Obama was ingezet.

Dit viel niet bij iedereen in goede aarde. Voor Bill Donohue, voorzitter van de Katholieke Liga voor Religieuze en Burgerrechten, is dit een “problematische zaak”.  Andrew McCarty Grossen, de Communications Manager van de Secular Coalition for America, reageerde gevat: “We can all be good neighbors and good partners, regardless of religious affiliation, while maintaining the constitutional value of secularism.”