fbpx
deMens.nu

Die stille ethiek

Column verschenen in deMens.nu Magazine jg11 nr1. Lees hier meer columns.

Tinneke Beeckman

Ongeveer twintig minuten, meer heeft filmmaker Joachim Dejonghe niet nodig om een beklijvend drama in beeld te brengen. In zijn korte film Everything Will Be Fine komt een alleenstaande, werkende moeder – Joke Devynck – voor een dilemma te staan: redt ze haar eigen baan door een collega te verlinken, of weigert ze dat spel, met als gevolg dat ze straks niet meer voor haar familie kan zorgen?

De film doet denken aan Stéphane Brizés bekroonde La loi du marché uit 2015. Daarin speelt Vincent Lindon een oudere, lageropgeleide werknemer, Thierry, die na maanden werkloosheid opnieuw aan de slag kan. Hij wordt veiligheidsagent in een supermarkt. Maar spoedig moet hij gelijkaardige, hartverscheurende keuzes maken: zijn job veronderstelt dat hij kwetsbare collega’s aangeeft.

Dejonghes film toont alleenstaande vrouwen, wier lot doorgaans amper wordt belicht. Ze werken overdag, nadien bestieren ze hun huishouden. En ze redden het wel, maar nipt. Die precariteit maakt hen kwetsbaar. Zeker voor de beslissingen van een gewiekst management dat de winsten van bedrijven wil opdrijven, zonder rekening te houden met de menselijke kost.

In die bedrijfslogica gelden alleen de cijfers. Wie presteert voldoende, wie moet weg? Cijfers lijken rationeel, en dus legitiem. Maar eigenlijk verbergen ze het geweld dat met keuzes gepaard gaat.

Precariteit beperkt ook de vrijheid. Een nieuwe baan vinden is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Dus kunnen werkneemsters weinig beginnen tegen vernederende procedures, en moeten ze onderling beslissen wie onvoldoende heeft gepresteerd. Het is een slinkse truc om de solidariteit tussen werknemers te ondergraven, om mensen tegen elkaar uit te spelen: ofwel doe je niet mee, maar dan zet je je baan op de helling; ofwel doe je wel mee, en maak je kans om de selectie te overleven, ten koste van je zelfbeeld, je waardigheid, je eigen elementaire normen. Dan isoleren schuld en schaamte je van de anderen, en van wie je zou willen zijn.

De film toont een strategie die alleen voor het management voordelen heeft: dat behoudt schone handen en ontloopt de eigen verantwoordelijkheid. Nochtans krijgen mensen in hogere functies een betere verloning, precies omdat ze meer verantwoordelijkheid zouden dragen.

Tot slot illustreert de film hoe morele keuzes alledaagse kwesties zijn. Die keuzes vereisen geen ingewikkelde theorieën of rationele argumenten. George Orwell had een prachtige uitdrukking voor de alledaagse moraal die de solidariteit tussen werkende mensen uitdrukt: common decency. Common decency is de stille ethiek van Winstons moeder, de protagonist in de roman 1984. Die zachte, welwillende, genereuze vrouw probeert haar gezin te beschermen, zonder haar eigen morele intuïties overboord te gooien. Ze geeft haar gevoel van menselijkheid niet op en laat zich niet afleiden. Ze maakt zichzelf ook niets wijs, al zeker niet ‘dat iedereen hetzelfde zou doen’ om een moreel laakbare optie te legitimeren. Winstons moeder is een onopvallende, schijnbaar onbeduidende vrouw. Maar ze houdt een hele wereld recht. En als met haar die common decency verdwijnt, verliest een samenleving de menselijkheid die het leven draaglijk maakt.

Tinneke Beeckman is filosofe en schrijfster. Meer lezen?

Foto bovenaan © Johan Jacobs