Angst in religie en geloof
Gestoeld op het onbekende
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg11 nr2. Lees hier meer artikels over ‘angst’.
Angst is een ambivalente emotie, een drijfveer die zowel positieve als negatieve effecten op het gedrag kan hebben. Angst kan ontstaan door een dreiging of door onbegrip, en kan ons reflexmatig doen bevriezen, vluchten of vechten. We begrijpen zijn evolutionaire ontstaansgronden, maar speelt angst ook een rol in religie en geloof? Angst blijkt een belangrijke factor te zijn die ons helpt om geloofsbeleving en bekeringsdrang beter te begrijpen en te kaderen.
Yvan Dheur
Religies en angst
Angst is een neurologische respons die onder andere door een gebrek aan kennis of begrip kan worden getriggerd. Angst als een fysiologische reactie op het onbekende en het onverwachte, als een vorm van overlevingsmechanisme om snel met dat onbekende of onverwachte om te gaan.
Religies hadden bij hun ontstaan tot doel om een antwoord te geven op filosofische, existentiële en natuurkundige levensvragen en om een soort van rationalisering te bieden voor wat men toen niet begreep of kon verklaren. Het ontstaan van religie an sich zou in die zin kunnen worden beschouwd als een copingmechanisme voor existentiële angst, een mentale reactie om het onbekende te verklaren en ermee om te gaan.
Religies hebben door de geschiedenis heen ook systemen ontwikkeld, gestoeld op angst, om de achteruitgang van religie tegen te gaan. Concepten als hel en paradijs zijn pas later in de religieuze geschiedenis ontstaan om mensen angst aan te jagen indien ze zich niet aan de geloofsvoorschriften zouden houden. In oosterse religies is het concept van reïncarnatie verschenen om gelovigen door middel van angst te stimuleren om de religieuze regels strikt op te volgen. Angst om naar de hel te gaan of angst om in een ‘minderwaardig’ wezen te reïncarneren als middel om het geloof aan te zwengelen.
Waarom ik geen christen ben
Bertrand Russell, een Britse filosoof, historicus, logicus en wiskundige, gaf op 6 maart 1927 in Londen een lezing voor de National Secular Society waarin hij aangaf waarom hij geen christen was. Hij was van mening dat religie gestoeld is op angst voor het onbekende. Enerzijds zou geloof een symptoom van angst zijn, maar anderzijds zou angst een symptoom van geloof zijn. Angst voor de dood, voor het mysterieuze, voor de verslagenheid.
Volgens Russell is religie ontstaan uit het besef dat wij kwetsbaar zijn en dat wij daarom nood zouden hebben aan een bovennatuurlijke, zelfs magische kracht die ons zou beschermen. De doctrine van de ‘straf’ die sterk aanwezig is in het geloof, zowel in dit leven als in het hiernamaals, zou een drukkingsmiddel zijn om het gedrag van mensen onder controle te houden.
Angst zou dan ook, aldus Russell, aan de oorsprong van wreedheid liggen, en dat zou verklaren waarom religie zo vaak met wreedheid gepaard gaat, in religieuze conflicten maar ook door haar geschiedenis heen. Denk maar aan de inquisitie, de heksenvervolgingen, de collaboratie of de problemen van kindermisbruik.
Wetenschap, ratio en kennis zijn dan ook de ideale instrumenten om angst zijn voedingsbodem te ontnemen.
Angstig fanatisme
Angst blijkt ook meer extreme gedragingen in de wereld te voeden. Het radicalisme en het religieus fundamentalisme, de antichoicecampagnes geleid door oerconservatieve religieuze groeperingen, de strijd tegen het secularisme die we in internationale instellingen zien toenemen, kunnen allemaal gezien worden als het resultaat van de angst van kleine, uiterst conservatieve geloofsgroepen voor de moderniteit, de vooruitgang en de vrijheid.
Religieus geïnspireerd terrorisme is een vorm van psychologische oorlogsvoering die angst benut als middel en als doel. Een middel om bepaalde religieuze voorschriften ingang te doen vinden en een doel door leiders en gemeenschappen bang te maken als ze de religieuze bepalingen niet incorporeren. De aanslag op het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo bijvoorbeeld had onder meer tot doel de cartoonisten angst aan te jagen, zodat ze het niet meer zouden aandurven om cartoons over het geloof te maken.
Haatmisdrijven, straffen voor blasfemie of godslastering en voor het uiten van kritiek op religie, straffen voor apostasie of geloofsverzaking en voor het niet-gelovig zijn, zijn daar de meest zichtbare gevolgen van. De angst van die extreme subgroepen voor evolutie gaat vaak ook gepaard met angst voor andere religies. De toename van christianofobie (angst voor christendom), islamofobie (angst voor islam) en antisemitisme (Jodenhaat), maar evenzeer de exponentiële groei van haat jegens vrijzinnigen en humanisten in de wereld, is dikwijls het resultaat van een ongeremde angst in die ultraconservatieve kringen.
En dat zijn niet de enige angsten die we in conservatieve religieuze kringen vaststellen. Zo zijn er ook eleutherofobie (angst voor vrijheid), epistemofobie (angst voor kennis), prosofobie (angst voor vooruitgang), peccatofobie (angst om te zondigen), neofobie (angst voor alles wat nieuw is), cherofobie (angst voor vrolijkheid en geluk), allemaal angsten die vaak in geradicaliseerde religieuze gemeenschappen opduiken.
Kennis ten bate van vooruitgang
Moeten wij bang zijn van die toenemende angstgevoelens met soms gewelddadige effecten? Moeten wij angst hebben voor die omslag naar polarisatie, radicalisering en extremisme? Het is begrijpelijk dat men bang wordt van de vijandige gevolgen van dergelijke angsten, maar niet tot op een punt dat men erdoor bevriest. Het beste wapen tegen angst is kennis, ratio, vrij onderzoek en wetenschap, nadenken en kritisch denken, zichzelf in vraag stellen, antwoorden proberen te formuleren, verifiëren … Het licht in de duisternis.
De meest rationele manier om met een explosie aan haat en radicalisering, om met extreme ideologieën om te gaan, is om ze een voor een te onderzoeken, te analyseren en te begrijpen. Om vanuit een zeker empathisch inzicht de denkstappen te zetten van die angstige existentiële visies naar meer beredeneerde en rationele levensvisies, en om angst zo in zekerheid, kennis en kunde om te zetten. Proberen samen te brengen wat verdeeld is en dialoog vooropstellen.
Zoals Marie Curie zei: “Nothing in life is to be feared, it is only to be understood.”