fbpx
deMens.nu

Inherente rechten op gelijkheid en vrijheid

Column verschenen in deMens.nu Magazine jg11 nr3. Lees hier meer columns.

Tinneke Beeckman

Vlaanderen is geen regio waar de Verlichting ooit hoogtij heeft gevierd. Dat merk je nu nog aan de vele negatieve verwijzingen die opduiken als de term Verlichting valt. Een uitzondering lijkt het politieke opportunisme van rechtse partijen – die dwepen met de Verlichting om migranten duidelijk te maken dat ze er niet bij horen. Maar zonder die migratiecontext vallen diezelfde partijen door de mand als conservatief, of zelfs reactionair. Ze hebben hun wortels dus in de traditie die de Verlichting vanaf de achttiende eeuw al bestreden heeft.

De kern van de Verlichting is echter progressief en onontbeerlijk om de hedendaagse democratische omwentelingen te begrijpen – hoe lang en moeizaam die strijd ook was. En hoe genuanceerd, complex en divers de standpunten van Verlichtingsdenkers waren.

In wezen zijn ze het wel hierover eens: elke mens heeft van nature een rede die hij of zij kan gebruiken en ontwikkelen. Ongeacht tot welke klasse, groep, etniciteit of welk gender die persoon behoort. Niemand heeft dus van nature een superioriteit over de ander, en dus ook geen recht op macht over een ander. De rede die gelijk aanwezig is in alle mensen, veronderstelt dus de gelijkheid van alle mensen.

Vanuit die inherente rechten op gelijkheid en vrijheid schrijft Diderot in de Encyclopédie over de slavernij bijvoorbeeld dat elke onfortuinlijke slaaf bevrijd moet worden; overal kan die persoon eisen in zijn rechten te treden.

 

“De rede die gelijk aanwezig is in alle mensen, veronderstelt dus de gelijkheid van alle mensen”

 

Recent ligt ook het universalisme onder vuur. De universele mens bestaat niet; elke mens is meteen ingebed in een traditie, in een gemeenschap. Sterker nog, de gedachte aan de universele mens zou dat leven in gemeenschap ondergraven hebben – denk bijvoorbeeld aan de stellingen van Mark Elchardus in zijn recente Reset.

De afkeer van de Verlichting is hier opmerkelijk: universaliteit beschermt precies tegen communitarisme en particularisme, dus tegen verdedigers van een cultuur of religie die menen dat bepaalde gelijke rechten gewoon niet van toepassing zijn op hun volgers. Als leden van minderheden eisen ze uitzonderingen; vrijheid van mening is een recht bijvoorbeeld, maar moet toch beperkt worden wanneer zij zich beledigd voelen.

In Vlaanderen vinden denkers van de tegenverlichting makkelijk aanhangers dankzij de historisch gegroeide invloed van kerkelijke en conservatieve gezagsdragers. Maar het mag duidelijk zijn dat uit het werk van een denker als Edmund Burke geen progressieve maatschappij denkbaar is. Burke beschouwde de revolutionaire gedachte aan een nieuw, humanistisch project als een monsterlijke vernieling van de beschaving. Hij verafschuwde de Franse Revolutie, vanaf het begin. Adel en kerk zijn de twee pilaren van de beschaving, dát is wat de traditie leert.

Voorstellen die anticiperen op democratisch stemrecht, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, sociaal beleid en economische herverdeling, zijn bij Burkes antipode te vinden, bij de radicale revolutionaire feministe Mary Wollstonecraft. Ook zij beschrijft het universalisme en de rede op een genuanceerde, verheffende manier. Kortom, het universalisme heeft de inspiratie gegeven voor een lange emancipatiestrijd die een meer democratische samenleving mogelijk heeft gemaakt.

Tinneke Beeckman is filosofe en schrijfster. Meer lezen?

Foto bovenaan © Johan Jacobs