fbpx
deMens.nu

“Ieder contact is anders, dat maakt het iedere keer weer bijzonder”

Interview met Michaël Van Droogenbroeck

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg12 nr3. Lees hier meer artikels uit de reeks ‘Onderhuids’.

Wanneer je naar het VRT NWS journaal van 19 uur kijkt, is de kans groot dat je Michaël Van Droogenbroeck in de loop van de uitzending ziet verschijnen. Als journalist tracht hij het financiële nieuws op een heldere manier tot bij de kijkers te brengen. We ontmoeten hem in het gemeenschapscentrum De Bosuil in Overijse voor een gesprek over zijn werk, de liefde en een opmerkelijke passie, namelijk uitvaartzorg.

Jana Peeters

Je bent inmiddels niet meer weg te denken bij het journaal. Waar komt die passie voor de media vandaan?

Michaël Van Droogenbroeck: Voor mij begon alles met de radio. Die fascinatie heb ik van thuis uit meegekregen. Wanneer mijn papa als tuinbouwer aan de slag was, mocht de radio gewoon niet ontbreken. Als kleine jongen ging ik samen met hem naar de veiling en ik herinner me nog goed dat daar ter plaatse het programma Te bed of niet te bed met Jos Ghysen op Radio 2 was te horen. Hij was een legendarische radiomaker die tijdens de hoogdagen tot een miljoen luisteraars trok. Ik was meteen gefascineerd.

 

Hoe kom je als jonge kerel in de radiowereld terecht?

Michaël Van Droogenbroeck © Jeroen Vanneste

Van Droogenbroeck: Het boeide me ontzettend om te zien dat je op de ene plaats in een microfoon spreekt, om op een andere plaats bij iemand terecht te komen. Wat later begon het echt te kriebelen. Toen ik als tiener ging fietsen, viel mijn aandacht op een gebouw met een radioantenne. Vol goede moed stapte ik er binnen met de vraag of ik mocht presenteren.

En ja, hoor. Ze hadden eigenlijk niemand anders, dus kon ik bij de lokale radio aan de slag. Wat ik tussen mijn veertiende en achttiende vrij intens heb gedaan. Ik presenteerde plaatjes van de hitparade, de Toffe 40 genaamd. Het stelde niet zo veel voor en er waren niet zo veel luisteraars, maar ik kreeg het presenteren onder de knie en ontdekte mijn passie voor radio maken.

 

Intussen ben je een bekende figuur. Van het Wereld Economisch Forum in Davos tot de inflatie in ons land, je verschijnt bijna dagelijks op tv. Word je op straat vaak aangesproken?

Van Droogenbroeck: Ik word regelmatig wel eens aangesproken, maar vind dat niet erg. Toen ik als journalist begon, stond ik daar niet echt bij stil, tot het geleidelijk aan gebeurt en mensen je toch aanspreken. Heel gek, want meestal streef je dat in dit werk niet na, maar het hoort gewoon bij de job. Het helpt wel dat mensen echt vriendelijk zijn. En het is altijd leuk om te horen dat je het goed doet.

 

Financiën, voor mij is dat best ingewikkelde materie. Jij hebt daar duidelijk minder moeite mee. Wat is de truc om het onderwerp toch op mensenmaat te brengen?

Van Droogenbroeck: Ik weet niet of er een truc is, maar ik probeer zoveel mogelijk vanuit mezelf te vertrekken en het over te brengen zoals ik het begrijp. Ik ben socioloog van opleiding, wat iets heel anders is dan econoom. Die insteek helpt me wel om met een andere bril naar de nieuwsfeiten te kijken.

We werken voor een breed publiek. Meer dan een miljoen mensen kijken naar het journaal van 19 uur en iedereen heeft een andere achtergrond. Ondanks de complexiteit is het financiële nieuws wel iets dat de meeste mensen aanbelangt. Ik probeer het helder en duidelijk te brengen, zonder veel tierelantijnen, rechttoe rechtaan, gewoon zeggen zoals het is. (lees verder onder de foto)

 

 

Wat is het leukste aspect aan een job als reporter?

Van Droogenbroeck: Het onregelmatige karakter ervan maakt de job zo interessant. Het ene moment krijg je telefoon, vervolgens spring je in je auto en het andere moment breng je ergens verslag over uit. Ik zou het moeilijk vinden om van maandag tot vrijdag, van negen tot vijf te werken. Het stopt nooit, maar dat heeft natuurlijk ook zijn uitdagingen. Het is al gebeurd dat ik met vakantie ben en dat ik me naar het werk haast, omdat er iets nieuwswaardigs is voorgevallen. Soms lukt dat niet en ben je gefrustreerd als je het gebeuren hebt moeten missen. De job heeft een heel onregelmatig karakter en is erg onvoorspelbaar. Je weet ’s morgens niet hoe je dag er zal uitzien, laat staan wat je ’s avonds zal hebben gedaan. Al die combinaties maken het werk uitermate boeiend.

 

Als je op nieuwswaardige momenten paraat staat, heb je ongetwijfeld al veel interessante personen ontmoet?

Van Droogenbroeck: Inderdaad. Als reporter sta je niet op de eerste rij, maar wel op een bevoorrechte positie. Vanaf de zijlijn kan je gebeurtenissen pas écht zien en meemaken. Daardoor krijg ik de kans om heel wat interessante personen te leren kennen.

Toen ik als nieuweling aan politieke verslaggeving deed, was het toch even zoeken om als outsider mijn weg te vinden. Je komt in een cocon terecht, waarin het vrij moeilijk is om contacten te leggen. Maar inmiddels is die generatie van mensen diegene die nu het beleid maakt en in het parlement zetelt. Ik leerde hen van bij de start kennen en ben gedurende vijftien jaar met hen meegegroeid. Intussen ben ik zelf zichtbaarder en dus ook vlotter bereikbaar geworden, wat handig is. (lees verder onder de foto)

 

 

Je hebt de liefde op de VRT-nieuwsdienst gevonden. Betekent dat een stevige portie actualiteit en politiek bij het familieontbijt?

Van Droogenbroeck: Nee, eigenlijk niet. We praten wel over het werk zoals anderen dat zouden doen, maar het domineert onze gesprekken niet. Mijn vrouw Annelies (Annelies Van Herck, red.) werkt ook op onregelmatige uren. Dat betekent dat we soms op gekke momenten thuis zijn. Het is fijn om elkaar in die moeilijke werktijden te begrijpen. Het gebeurt al eens dat een van ons een familiefeest vroeger moet verlaten of dat de planning plots wijzigt. Dat hoort er allemaal bij als je beiden in de media werkt. We vormen een nieuw samengesteld gezin met onze zonen van elf en vijftien. Soms loopt het onregelmatige karakter van onze job ook wel in onze vrijetijdsbesteding door, maar verder zijn we een heel gewoon gezin. We nemen het leven meestal zoals het komt.

 

“Kritisch denken, vrij van dogma’s, met een open blik op de wereld”

 

Hoe staan jullie als gezin in het leven?

Van Droogenbroeck: We willen onze kinderen met een open blik op de wereld grootbrengen. Kritisch denken en vrij van dogma’s. Beiden hebben inmiddels hun lentefeest achter de rug. We hebben daarvoor een eigen vertaling van de symboliek erachter gemaakt. Het was heel bijzonder om samen met familie bij zo’n overgangsmoment stil te staan. Ik ben zelf met veel vrijheid en ruimte voor eigen verantwoordelijkheid opgegroeid. We mochten een beetje van het pad afwijken, om er nadien zelf weer op te komen. Dat wil ik ook aan onze kinderen meegeven.

 

Je hebt ook een heel bijzondere vrijetijdsbesteding, namelijk afscheidsplechtigheden uitvoeren. Hoe kom je als reporter in de uitvaartwereld terecht?

Van Droogenbroeck: Dat is wat gek gelopen. Als tiener wilde ik geen journalist worden, maar begrafenisondernemer. Ik ving een eerste glimp van de uitvaartzorg op na het overlijden van mijn grootvader, inmiddels meer dan twintig jaar geleden.

Het is een typisch beroep dat je van vader op zoon overdraagt, maar mijn ouders stonden er helemaal niet achter. Toch is het altijd in mijn hoofd blijven zitten. Na mijn studies volgde ik een opleiding voor begrafenisondernemer. Ik heb heel even bij een begrafenisondernemer gewerkt, maar ging nadien als reporter aan de slag.

Tijdens een interview heb ik ooit verteld dat ik met veel genegenheid op de job terugkeek en dat ik het nog wel eens opnieuw wilde doen. Een plaatselijke begrafenisondernemer in Overijse heeft dat opgepikt en nam meteen contact met me op: “We hebben plechtigheden in onze aula, maar niet genoeg mensen om ze uit te voeren.” Van het een kwam het ander.

 

De uitvaartzorg interesseert je dus al van jongs af aan?

Van Droogenbroeck: Dat klopt, en tijdens de coronaperiode ben ik weer in de wereld van de uitvaartzorg gerold. Ik houd me niet alleen met de plechtigheden bezig, maar doe alle facetten van de job, gaande van het verzorgen van de overledenen tot de gesprekken met de nabestaanden.

Ik doe het nu twee jaar en vind het oprecht de mooiste job die iemand kan doen. Je bent er voor mensen op een van de moeilijkste momenten in hun leven, precies tussen het tijdstip van een overlijden en het moment van het definitief afscheid nemen. Een familie door die moeilijke tijd heen gidsen, is ontzettend dankbaar. Van alle bezigheden heb ik het gevoel dat ik daarmee het grootste verschil kan maken.

 

“Er zijn voor mensen op een van de moeilijkste momenten in hun leven”

 

Wat is voor jou de grootste uitdaging wanneer je mensen bij een afscheid begeleidt?

Van Droogenbroeck: Ik vind het onontbeerlijk om een goede connectie met de nabestaanden te hebben. Je aanpak hangt telkens af van de persoon en de familie die voor je zitten. Afscheid nemen van iemand met jonge kinderen is helemaal anders dan van een mevrouw met achterkleinkinderen. Een natuurlijke dood is dan weer iets heel anders dan een zelfdoding. Ieder contact is anders, dat maakt het iedere keer weer bijzonder.

Het gaat over wat mensen blijven betekenen, nadat ze komen te sterven. De persoon blijft verder leven in de herinneringen van anderen. Dat is wat bij een afscheid centraal staat. Dan is het van essentieel belang om samen op zoek te gaan naar de woorden die nabestaanden niet kunnen vinden of de gevoelens die ze niet kunnen verwoorden. Door over de persoon te spreken, komt het levensverhaal naar boven dat ik zo goed mogelijk neerschrijf en uitspreek.

 

Toevallig spraken we een kunstenares in het gemeenschapscentrum hier. Ze vertelde hoe mooi je het afscheid van haar grootvader bracht. Wat doet dat met jou?

Van Droogenbroeck: Wanneer mensen me achteraf aanspreken om te zeggen hoe mooi het afscheid was, vind ik dat iedere keer weer bijzonder. Van elke persoon blijft er wel iets hangen, omdat het verhaal vaak heel herkenbaar is. Dat betekent dat het ook wel eens dichtbij kan komen.

Ik merk dat mensen in de buurt me vaker herkennen van de afscheidsplechtigheden dan van mijn werk voor de televisie. Dat ik beide kan doen, is voor mij echt een meerwaarde als mens.

 

De moeilijkste vraag van het leven: hoe denk je zelf over leven en dood?

Van Droogenbroeck: Persoonlijk denk ik dat het leven stopt wanneer de dood komt. Het is afscheid nemen, maar het einde is ook een nieuw begin. Dan gaat het vooral over wat mensen kunnen betekenen, ook nadat ze gestorven zijn. Door over een persoon te praten, blijft die op die manier voortbestaan. Dat is een mooi en universeel gegeven.

Het hoeft bij een afscheid ook niet alleen over de moeilijke momenten aan het einde te gaan. Het is stilstaan bij een heel leven. Een groot deel van die herinneringen worden tijdens de ceremonie gevormd. Daarom is het zo belangrijk om samen op zoek te gaan naar een gepast afscheid dat in de lijn ligt van wie de persoon was.

 

Nog een lastige vraag om te eindigen: welke kwesties in de wereld houden jou wakker?

Van Droogenbroeck: Ik probeer me niet over grote maatschappelijke thema’s uit te spreken. Het voordeel van journalist zijn, is dat je geen al te uitgesproken mening mag hebben, omdat daar betrokkenheid uit blijkt. Ik zie wat er allemaal gebeurt en heb soms persoonlijke bedenkingen, maar ik heb ook geleerd dat discretie iets is om na te streven.

Jan Becaus, een voormalige collega, zei ooit: “Een anker moet zijn zoals een goede aardappel: kleurloos, geurloos en smaakloos.” Een beetje vergezocht natuurlijk, maar er zit wel een kern van waarheid in: wat je er zelf van vindt, mag je niet laten blijken. Als je een bericht objectief wil brengen, moet je je weerhouden van kritiek. Dat is moeilijk, zeker in tijden van sociale media, waar het nu lijkt of je op elk mogelijk moment je mening moet geven. Maar het geeft ook een vrijheid: wanneer je niet overal een eigen mening over moet hebben, krijg je de kans om te observeren en meningen naast elkaar te leggen.

 

Michaël Van Droogenbroeck © Jeroen Vanneste

 

Foto’s © Jeroen Vanneste