fbpx
deMens.nu

Aanslag in Brussel: een getuigenis

Afgelopen week hield de free.brussels redactie haar maandelijkse vergadering op het Saincteletteplein. Met een mix van anciens en nieuwelingen in het team wisselden we gedachten voor nieuwe stukken uit, tot we werden opgeschrikt door terreur. Dzenita deelt haar verhaal.

Laat ik eerst en vooral verwittigen dat ik liever een satirische toon aanhoud en hier dus eigenlijk de woorden niet voor heb. Naar gewoonte wil ik oordelen, met een knipoog naar de verdachte, maar hier is geen humor.

Die dag was mijn grootste vrees dat ik me niet zou kunnen uitdrukken op de manier dat ik wenste, en die vrees kwam meteen uit. Tijdens mijn eerste ontmoeting met het team van free.brussels was ik onhandig ideeën aan het verkorten in de hoop niet te veel tijd en aandacht op te eisen. Die uitstraling van onwetendheid heb ik de hele avond aangehouden, en het hoogtepunt bereikte ik toen we getuigen werden.

Met zijn vieren stonden we te kijken naar een terreuraanslag en speelden er enkele taferelen gewoon verder af, alsof we niet in shock waren. De ene waarschuwde zijn volgers op Instagram, en leek zelfs met een smartphone-camera een pro. Hij nam liever actie, maar dan het soort actie waarbij de initiator een geweldig luistervermogen bleef hebben. Het soort persoon dat niemand tijdens een drama zou negeren. De volgende, een creatief meisje, met entertainende ideeën en een kalme aanwezigheid, wiens gevoel voor verantwoordelijkheid pijnlijk voelbaar reikte naar de overkant van de straat. Daar wonen haar vrienden die ze meteen waarschuwde over het nabije onheil. Onze coördinator, vol kennis van ballistiek, gedragspatronen, onderzoek enzovoort was nieuwgierig en verafschuwd, en stelde ons gerust met alle genoemde kwaliteiten. Maar ik, ik kon niet anders dan staren, alsof ik weer dat kleine meisje was wiens mama de avondklok had gemist en de hele nacht in de cel verbleef, terwijl ik uitzichtloos op haar wachtte.

Mijn moeder wil amper spreken over haar ervaringen tijdens de oorlog; eerst en vooral, zegt ze, is het niet te vergelijken met het lijden van de mensen in Srebrenica, Mostar en Sarajevo. Ze was inderdaad niet zo mager als onze landgenoten die in de concentratiekampen zaten, maar ik twijfel of ze de 45kg haalde. Mijn zus is snel overgegaan op flessenvoeding en was gelukkig een snelgroeiende baby, maar zo verdween dat eten weer uit mama’s mond. Lijden kan je nooit vergelijken: Syrië, Rwanda, Palestina, Iran, Jemen, Vietnam, Armenië, Irak, Zuid-Afrika, Congo, nazi-Duitsland, de Europese heksenjachten, … En het niet vergelijken geldt voor elke menselijke ervaring, maar dat klinkt als filosofie en filosofie is een luxehobby. Dat is niet mijn afkomst. Deze week spreekt mijn afkomst namelijk wel een beetje, over de keer dat ze naar de stad ging en er granaten vielen.

“Ik ging gewoon lopen maar ze leken overal in te slagen. Ik wist niet of ik in de juiste richting was aan het lopen. Lopen, lopen tot ik achter een gebouw kon gaan schuilen. Mijn hart bonsde de hele tijd. Ik wachtte tot het over was, maar ik wist niet of de pauze een val was voor de overlevenden.”

Toen we op maandag 16 oktober rond onze tafel vergaderden op het Saincteletteplein en de discussie ons voerde naar of wat we hoorden nu wel of niet geweerschoten waren, zagen we plots een groepje mensen wegrennen. Ik denk nog altijd aan de vrouw in de champagnekleurige jas die aan de overkant richting de brug liep. Rond dezelfde tijd dachten zowel de andere redactieleden als ik aan dat wapen. Het soort wapen waarbij je de trekker gewoon kan blijven overhalen. Het soort dat Amerikaanse jongens die slecht in hun vel zitten de laatste decennia zo vaak proberen te verkrijgen om wraak te nemen op hun schoolgenoten. Massamoord in een handomdraai.

Mijn kladversie van dit artikel ging over de gewenning aan geweld via media en eigen belevenissen, de behoefte aan controle en de impact op andere mensen. Het ging over hoe mensen hun eigen grenzen en die van anderen overschrijden tot ze het soort crimineel worden dat het publiek in shock laat. Maar tijdens het schrijven bleek dat ik – net als zij– een mamaskindje ben.

Wij keken toe terwijl hij verrassend traag van zijn misdaad wegliep, enkele keren in de lucht schoot, riep dat god groot was en vertrok. Ik vraag me af of hij heeft onderhandeld over het gebruik van de scooter, maar ik weet niet in hoeverre terreurorganisaties toegeven dat ze zoals een bedrijf functioneren. Dan nog, is er vaak maar één ding waar delinquenten met kinderen deals voor sluiten, maar dat is slechts speculatie. Het zou weleens kunnen dat het lijden van godsdienstgenoten, Koranverbrandingen en weinig toekomstperspectief genoeg waren om van hem een moordenaar te maken. Dat is voor veel jongens die hier geboren werden ook genoeg geweest om van hen kanonnenvoer te maken.

De hoofdstad van mijn thuisland was beklad met oorlogsgrafitti in de jaren negentig, en twee geschriften kwamen het vaakst voor. “Welcome to hell” werd gericht aan enkele journalisten die ons ondanks alles bezochten en “pazi snajper” was er om bezoekers en zelfs buurtbewoners te waarschuwen. Toch gingen de stoutste jongens sowieso buiten spelen, waar niet altijd, maar wel vaak volwassen mannen met geweren vanop daken op hen zaten te wachten. Zo konden ze de islam bij de wortel uittrekken en verhinderen dat er bijkwamen. Meisjes konden ze nog even gebruiken voor ook zij aan de beurt waren.

Mijn nieuwe kennissen hebben hun getuigenis afgelegd bij de politie. Dit was hun beslissing, en toont – vind ik – dezelfde liefde voor hun medemens als de beschermende rol die zij tijdens de aanval lieten zien. Zo heeft het ene meisje gebeld naar een vriend die verderop woonde, en moest ze tevreden zuchten toen hij in een totaal andere provincie bleek te zitten. Het andere meisje werd zelf onmogelijk snel opgebeld door haar vriend, die nog maar de straat moest in kijken om te zien dat er zich een ramp afspeelde vlakbij zijn lief. En dan was er nog eentje, die die avond naar huis ging, om troost te zoeken in de armen van zijn vriendin, die zelf nog maar recent een oorlogsgebied heeft achtergelaten. Wij keken die avond naar een slagveld, en mogen van geluk spreken dat we het vanop een veilige afstand zagen. En ook dat onze keuzes relatief gemakkelijk zijn, of dat dat tenminste vaak genoeg het geval is.

Dzenita is redactielid bij free.brussels