fbpx
deMens.nu

Tot iets buitengewoons in staat

Column verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr1. Lees hier meer columns.

Tinneke Beeckman

Vrouwen hebben de wonderlijke mogelijkheid nieuw leven te geven. Merkwaardig genoeg heeft een lange traditie uitgerekend die kwaliteit als een teken van vrouwelijke inferioriteit beschouwd. En hoewel die traditie in grote mate werd verlaten, bestaat er nog altijd weinig taal of verbeelding om die scheppende kracht naar waarde te schatten. Productie heeft in deze samenleving een precieze betekenis: meetbare meerwaarde creëren in economische zin, door omzet en winst te verhogen. Die definitie plaatst vrouwen – vooral als ze moeder worden – opnieuw in een positie van worstelende tweede.

Eeuwenlang was Aristoteles’ idee leidinggevend: een man heeft van nature een recht op macht over zijn vrouw en zijn kinderen. Want mannen en vrouwen verschillen zowel in biologische als in metafysische zin. Bij de voortplanting verlenen vrouwen aan het nieuwe wezen de materie; ze hebben een buik waarin gezaaid kan worden. Mannen daarentegen dragen de vorm bij; hun zaad bevat de bezielende kracht die het beste deel van de mens doorgeeft. Daarom staan mannen dichter bij het goddelijke principe en hebben ze een hoger denkvermogen. Kortom, mannen zijn de terechte baas.

De christelijke theologie stelt de vrouwelijke minderwaardigheid eveneens voorop, en ook vanuit de lichamelijkheid. Zo is de vrouw slechts uit de man geboren. God schiep allereerst Adam. Dat leek hem te volstaan, tot Adam eenzaam werd. Vervolgens sneed God de vrouw uit Adams rib. Daarnaast incarneert de vrouw verleiding en verderf, omdat ze de man overtuigde om van de verboden appel te eten. Een vrouw heeft een zwak (moreel) oordeelsvermogen, waardoor ze de man op het slechte pad brengt.

Tinneke Beeckman © Bob Van Mol

Zodra Adam en Eva het aards paradijs moeten verlaten, krijgt Eva dan ook een bijzondere straf: haar zwangerschap wordt een zware last. En ze is gedoemd om haar man te begeren. Zij blijft dus verantwoordelijk voor de verlokking tot zonde. Daarom mag de man over haar heersen. Adam wordt ook gestraft, maar die kwelling is niet met zijn rol als man en vader verbonden. Hij moet voortaan de aarde bewerken. En hij wordt sterfelijk, zoals de vrouw.

Uit het traditionele beeld volgde eeuwenlang een duidelijke opdracht, met negatieve connotaties: een vrouw is het instrument van de goddelijke wil. Haar biologische leven is haar essentie. De lasten van het baren zijn een lot. Vrouwen offeren zich natuurlijk op aan anderen – denk aan de maagd Maria.

Meerdere feministische golven hebben die associaties van vrouwen met een biologisch lot of een essentie bekritiseerd. Culturele vooroordelen over talent, intelligentie en andere kwaliteiten werden neergehaald. Elke vrouw werd een volwaardig, vrij wezen. Ze mag zelf kiezen wat ze wil, en of ze wel moeder wil worden. Medische ontwikkelingen, zoals de pil, hebben daarbij geholpen.

Die feministische kritieken zijn enorm belangrijk geweest. Maar intussen blijft het niet-vrouwelijke lichaam de norm. Ook vrouwen zitten vaak gevangen in negatieve beoordelingen die ze aan zichzelf of aan andere vrouwen doorgeven; een goede moeder geeft altijd borstvoeding, is nooit te moe, te dik, te hangerig of te traag. Terwijl voorop zou moeten staan dat een vrouwelijk lichaam tot iets buitengewoons in staat is. Die vaststelling neemt de fysieke ongemakken niet weg, maar ze geeft wel een pak meer mentale energie.

Tinneke Beeckman is filosofe en schrijfster. Meer lezen?