Afschaffing opkomstplicht, een goed idee?
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr2. Lees hier meer ‘Wetenschappelijk onderzocht‘.
Bij de komende gemeente- en provincieraadsverkiezingen in België op 13 oktober 2024 is de opkomstplicht voor het eerst in meer dan 130 jaar niet meer van toepassing, althans in Vlaanderen. Op die beslissing kwam heel wat kritiek, zowel van politici als van politicologen. Maar wat zijn de voor- en nadelen van een opkomstplicht? Garandeert die burgerplicht de representativiteit van de democratie of tast ze net de integriteit van de verkiezingen aan?
Philipp Kocks
Evolutie van het stemrecht in België
De opkomstplicht in België bestaat al sinds 1893, het jaar waarin het algemeen meervoudig stemrecht voor mannen werd ingevoerd. Vanaf dan was elke man vanaf 25 jaar verplicht om naar het stemhokje te trekken. Afhankelijk van zijn opleidingsniveau en hoeveel belastingen hij betaalde, kreeg hij één, twee of drie stemmen. Pas in 1919 werd het meervoudig stemrecht afgeschaft en vervangen door het enkelvoudig stemrecht. Het zou nog tot 1948 duren vooraleer vrouwen mochten gaan stemmen. Ook de kiesgerechtigde leeftijd werd in de loop der jaren geleidelijk aan verlaagd.
Tegenwoordig ziet het stemrecht er dus helemaal anders uit dan een dikke honderd jaar geleden. Bij de verkiezingen van 2018 en 2019 was iedere Belgische burger vanaf 18 jaar verplicht om zowel bij de federale, de regionale, de Europese als de lokale verkiezingen naar de stembus te gaan. Kwam je niet opdagen en had je geen volmacht voorzien, dan riskeerde je een boete. In de realiteit werden die boetes nooit uitgedeeld, maar de wet is duidelijk. Je bent verplicht om naar de stembus te trekken. Voor alle duidelijkheid, opkomstplicht is geen stemplicht. Je hebt het volledige recht om ongeldig of blanco te stemmen. België is trouwens een van de weinige landen in de wereld dat een opkomstplicht kent.
Bij de verkiezingen van 2024 verandert er het een en ander. De opkomstplicht voor de federale, regionale en Europese verkiezingen op 9 juni blijft gelden. Bij de Europese verkiezingen wordt de kiesgerechtigde leeftijd verlaagd tot 16 jaar. Ook voor de 16- en 17-jarigen geldt de opkomstplicht.
De grootste verandering ondergaan de lokale verkiezingen op 13 oktober, want daar geldt de opkomstplicht niet meer. Althans in Vlaanderen. In Wallonië en Brussel blijft de opkomstplicht gelden. Dat wil dus zeggen dat je die dag in Vlaamse gemeenten niet verplicht bent om bij de lokale verkiezingen, dat zijn de gemeente-, provincie- en districtsraadsverkiezingen, te gaan stemmen. (lees verder onder de foto)
Voor- en nadelen van de opkomstplicht
Op die beslissing kwam heel wat kritiek van politici, maar ook van politicologen. In de masterproef van Freija Vandevenne, Gevolgen voor de Belgische bevolking bij het afschaffen van de opkomstplicht, ingediend aan de Universiteit Gent in 2020, worden potentiële voor- en nadelen van de opkomstplicht opgesomd. Vandevenne stelt dat de opkomstplicht zorgt voor een brede participatie van burgers, wat essentieel is voor de representativiteit van de democratie. Volgens haar garandeert die plicht dat verschillende stemmen en belangen hun weg naar het politieke discours vinden.
Daarnaast moedigt de opkomstplicht ook alle sociale groepen aan om te stemmen en minimaliseert ze het risico op onevenredige vertegenwoordiging van bepaalde demografische groepen. Uit bevragingen distilleerde de onderzoekster dat vooral laagopgeleiden en minderheidsgroepen de minste interesse vertonen om naar de stembus te trekken. Een plicht zet burgers aan om zich over politieke zaken te informeren, wat een beter ingelicht electoraat bevordert.
Vandevenne heeft in haar thesis ook aandacht voor de nadelen van de opkomstplicht. Critici beweren bijvoorbeeld dat verplicht stemmen een inbreuk op de individuele vrijheid vormt, omdat het de deelname aan een proces dwingt waar sommigen zich misschien liever van onthouden. Er is ook de bezorgdheid dat het zou kunnen leiden tot ongeïnteresseerde kiezers die blanco of ongeldige stemmen uitbrengen, wat de integriteit van de verkiezingen zou kunnen aantasten. Daarbovenop zou de verplichting sommige burgers kunnen vervreemden van de politiek, waardoor wat een burgerplicht of -recht zou moeten zijn, verandert in een ervaren last.
Het belang van representativiteit
Wat het uiteindelijke resultaat van de afschaffing van de opkomstplicht zal zijn, zullen we uiteraard pas na de lokale verkiezingen in oktober weten. Maar veel politicologen betwijfelen of die beslissing positieve gevolgen zal hebben. De afschaffing van de opkomstplicht zou het landschap van de Belgische democratie aanzienlijk kunnen veranderen. Doordat lagere socio-economische groepen zonder dat mandaat minder geneigd zouden zijn om te gaan stemmen, zal de maatschappelijke vertegenwoordiging scheefgetrokken worden en zullen bepaalde belangen mogelijk gemarginaliseerd worden.
Er zullen ongetwijfeld veel campagnes en initiatieven ontstaan waarbij ingezet wordt op het zo hoog mogelijk houden van de stembereidheid bij de burgers, maar daar kruipt tijd en geld in. Dat zijn middelen die misschien nuttiger besteed kunnen worden, aan informeren en sensibiliseren van de kiezer bijvoorbeeld.
Wat in elk geval weinig goeds voorspelt, is de situatie in Nederland, waar de opkomstplicht voor alle verkiezingen in 1970 werd afgeschaft. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 trok maar 51 procent van de stemgerechtigden naar de stembus. De federale verkiezingen van 2023 deden het iets beter, met een opkomst van 77,6 procent. Maar bij de vorige Europese verkiezingen in 2019 daagde maar 42 procent van de burgers op om een stem uit te brengen. Van representativiteit lijkt daar nog weinig sprake.
Foto bovenaan © Shutterstock.com