fbpx
deMens.nu

Een bank vooruit

Leerkrachten niet-confessionele zedenleer over hun vak

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr2. Meer verhalen van leerkrachten hier.

Naam: Ruben De Henauw

Aantal jaren voor de klas: 8 jaar

School: Koninklijk Atheneum Zottegem

Studierichting: ASO

Jaren: 4de, 5de en 6de jaar

 

Hoe bereid je de leerlingen in de lessen niet-confessionele zedenleer voor op de verkiezingen?

 

Geïnspireerd door mensen als de Braziliaanse pedagoog Paulo Freire en – dichter bij huis – schrijver Stefan Hertmans, beschouw ik emancipatie en persoonlijke ontwikkeling als de kerntaken van ons onderwijs. Ook in de lessen zedenleer zetten we daarop in. Emancipatie is een veelzijdig proces en bestaat steeds uit een mix van competenties zoals kennisverwerving, bewustwording, kritisch denken, reflectie, het in vraag stellen van de status quo, enzovoort. Emancipatie gaat ook over het versterken van het vermogen van jongeren om actieve, geïnformeerde en betrokken burgers te zijn. Idealiter wordt er door de verschillende vakken samengewerkt om dat te realiseren.

Vrijwel alle thema’s die in de derde graad de revue passeren, hebben een politieke dimensie en bereiden de leerlingen dus, meer of minder expliciet, voor op de verkiezingen. In hoofdstukken als ‘de democratie is dood, lang leve de democratie’ is de link met politieke bewustmaking overduidelijk. Daarbij stellen we niet alleen de vraag welke bestuursvorm het meest wenselijk is, maar gaan we ook verschillende bestuursvormen bespreken, vergelijken en tegen elkaar afwegen, en stellen we ten slotte de liberale democratie zelf in vraag.

Ook bij andere thema’s waar het verband met politiek minder sterk op de voorgrond treedt, trachten we de leerlingen aan te moedigen om na te denken over hoe een samenleving er dient uit te zien en is de link met de verkiezingen dus evenmin veraf. Zoals bij het thema ‘moeder, waarom werken wij?’. Daar kijken we eerst samen met de leerlingen vanuit een historisch perspectief naar (de evolutie van) ‘werk’, dan laten we hen reflecteren over hoe de arbeidsmarkt in een ideale samenleving moet worden georganiseerd en buigen we ons bijvoorbeeld over de vraag op basis van welke criteria het salaris van een job moet worden bepaald.

Een van mijn persoonlijke stokpaardjes zijn de socratische gesprekken die we maandelijks organiseren. Vertrekkend van een filosofische vraag, komen we al gauw uit bij actuele maatschappelijke vraagstukken die we dan dialogerend tot op het bot trachten te fileren, met de bedoeling dat de leerlingen hun eigen – vaak ook politieke – overtuigingen, waarden en aannames onderzoeken en verhelderen.

Voortaan mogen jongeren vanaf zestien jaar stemmen bij de Europese verkiezingen. In tijden van desinteresse en wantrouwen in de politiek biedt dat een mooie kans om de politieke betrokkenheid en interesse bij jongeren extra aan te wakkeren. Daartoe hebben we een lespakket uitgewerkt waarbij we in de verschillende partijprogramma’s duiken, met als apotheose een heus debat à la De zevende dag. De leerlingen krijgen een politiek domein – bijvoorbeeld migratie, onderwijs of klimaat – en een politieke partij toegewezen en dienen dan hun standpunten te verdedigen. Niet zelden word ik verrast door de frisheid aan ideeën en het engagement waarmee ze zich in dergelijke oefeningen vastbijten. Laten we de hoop dus vooral niet opgeven en jongeren blijven bewust maken van het feit dat de mens, om het met Aristoteles te zeggen, fundamenteel een zoön politikon is.

 

Foto bovenaan © Shutterstock.com