fbpx
deMens.nu

Onverstoorbaar tokkelen, scrollen en swipen

Column verschenen in deMens.nu Magazine jg12 nr3. Lees hier meer columns.

Kurt Van Eeghem

Een mistroostige maandagochtend aan het station Antwerpen-Berchem, de zever loopt van de daken, het soort regen waarbij een paraplu niets oplost. Ik klauter de niet-rollende roltrap op, de trein is altijd een beetje reizen. Bovengekomen wacht een schilderij van Luc Tuymans, vijftig tinten grijs, de silhouetten van tientallen mannen en vrouwen, de rug recht, het hoofd gebogen, de blik op de gsm. Werkelijk niemand op perron negen die niet naar zijn mobieltje staart. Ze houden het ding stevig in beide handen, soms dartelen de duimen een wilde dans over de toetsen, de enige deeltjes van hun lichaam die bewegen.

De trein rijdt het perron op, de deuren openen met een zucht, de stille stoet druppelt naar binnen. Waarom het hoofd oplichten, dat is toch helemaal niet nodig, dit is dagelijkse routine. De rugzakken nemen plaats, de mobieltjes blijven kleurvlakjes onder hun blik. Berichtjes sturen, scrollen, een soap of film bekijken. De witte oortjes capteren het geluid. Behalve wat gesis hoor ik alleen de trein, er wordt niet gesproken.

Mechelen, Brussel-Noord, niemand kijkt op, niemand zegt een woord, iedereen leeft in zijn gsm. Brussel-Centraal, ik begeef me naar de deur, twee vrouwen ontdekken elkaar, een wonder gebeurt. “Ben jij hier ook?” “Al de hele tijd.” “Ook in Berchem opgestapt?” Een knik, een omhelzing, nog wat ho’s en ha’s, en jammer dat we elkaar niet eerder zagen. En dan: “Allez, tot straks.” “Tot straks?” “Of kom jij niet naar de vergadering?” “Vergadering …” Ik raak ze kwijt in de massa en de roltrap doet het hier ook niet.

Honderden forensen wandelen onder de grond naar kantoren, nemen de lift, doen wat van hen wordt verlangd en keren terug naar het station, naar huis. Zorgvuldig plaatsen ze de witte oortjes, onverstoorbaar loeren ze naar de schermpjes, de duimen tokkelen, ze scrollen en swipen. Ze zien verder niets of niemand. Brussel is volgens hen een lelijke stad, een stad die ze niet lusten, maar het is vooral een stad die ze nog nooit hebben gezien, tenzij dat stukje onder de grond tussen kantoor en station.

Zouden die twee van vanochtend met elkaar hebben afgesproken na de vergadering? Voor een koffie, een gebakje? Wat ouderwets roddelen zoals de mama’s destijds, hangend uit een raam met een stofdoek? Ik weet zeker van niet. Misschien zien ze elkaar ooit weer op een feest, een huwelijk of zo, kunnen ze zwaaien met een wit servet, zoals op het filmpje dat ze die ochtend nog bekeken.

Er zijn steeds minder cafés in ons land. Ook die in de buurt van Brussel-Centraal verdwijnen. Waarom samen een pint pakken als je op het schermpje Cheers kan bingewatchen. Elk land heeft een dergelijke soap, Banshee, You Me Her, Vår tid är nu in Zweden en It’s Always Sunny in Philadelphia. Die gaat over vier vrienden in een Ierse pub die telkens in nieuwe problematische situaties verzeilen. Al achttien jaar loopt de soap. Straks zijn het vier bompa’s in een pub. Een pub, daar ga je alleen nog langs na duizend swipes voor een date.

Dan zit je tegenover elkaar en weet je niet wat te zeggen. Je kijkt elkaar aan, tast af. Welke series, apps en sociale media vinden we allebei leuk? Zijn er overeenkomsten, dan kunnen we nog eens afspreken, en nog eens, en tussendoor sms’en en whatsappen met elkaar. Misschien lukt het en volgt er een huwelijk. Dan bekijken we op de trein hoe we met witte servetten zwaaiden. Misschien wordt het helemaal niets en zeggen we elkaar na alweer een rit scrollen heel verbaasd: “Oh, zat jij ook op de trein?” Als iemand op die kaduke roltrap zou voorstellen om iets te drinken, wat dan? “Liever niet, het is druk.”

Kurt Van Eeghem is presentator, acteur en schrijver. Meer lezen?

Bekijk ook ‘Het pleidooi’, een programma van deMens.nu, met onder anderen Kurt Van Eeghem.

Foto bovenaan © Isabelle Pateer