fbpx
deMens.nu

De letterlijkheid voorbij

Vele tinten van grijs

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg9 nr2

Denkt een vrijzinnig humanist enkel en alleen maar rationeel en wetenschappelijk? Volgens mij niet. De schoonheid van onze levensbeschouwing zit hem net in het feit dat we zélf mogen bepalen wat we denken, hoe we ons leven zin geven, waar we troost in vinden. Als vrijzinnig humanistisch consulent ervaar ik dagelijks dat mensen op zoek zijn naar houvast en betekenis.

Lieve Goemaere

Veel mensen zijn hun houvast kwijt en creëren hun eigen zingevingssysteem: zelf nadenken, zelf conclusies trekken, zelf troost zoeken, zelf betekenis geven … dát is vrijzinnig humanistisch

Dat ik vrijzinnig humanist ben, heb ik gaandeweg ontdekt. Al werd ik gedoopt en ging ik naar het katholiek onderwijs, geloven is nooit iets voor mij geweest. Ik herinner me dat ik met een lange kaars de kerk binnenstapte voor mijn plechtige communie, en bij mezelf dacht: “Dit klopt toch niet? Wat doe ik hier?” Ik zat in het zesde middelbaar toen mijn godsdienstleraar, pastoor Verstraete, vroeg: “Waarom kies je voor moraalwetenschappen? Waarom geen godsdienstwetenschappen in Leuven?” “Ik kan niet, meneer,” antwoordde ik, “ik geloof niet in God.”

Het was een fijne vaststelling tijdens mijn opleiding dat religie inderdaad niet per se een deel van je leven moet zijn, en dat er best wel wat mensen met datzelfde idee zijn. Dat vrijzinnig humanisten zich zelfs groeperen – wat een openbaring! Het is bij hen ook dat ik een job vond als consulent in een huisvandeMens. Al is mijn vrijzinnig humanisme wel geëvolueerd. Ik heb ontdekt dat niet alles altijd even duidelijk en rechtlijnig is. Wat vrijzinnig humanisme voor mij betekent, is waarschijnlijk niet hetzelfde voor jou. Het is een boutade, maar er klopt wel iets van: zet twee vrijzinnigen rond de tafel, en je hebt drie meningen.

 

Soepel van geest

Als prille consulent had ik het soms moeilijk als mensen me vertelden: “We geloven niet in God, maar ik voel me wel deel van een groter geheel.” Of met nabestaanden die naar hun overleden dierbaren verwezen als sterretjes. Nu, zestien jaar later, ben ik soepeler van geest, meer bescheiden ook. Jij jouw visie, ik de mijne. Bovendien heb ik beseft dat vrijzinnig zijn niet betekent dat zingeving en spiritualiteit geen rol in je leven spelen. Ook wie niet in een god gelooft, gaat op zoek naar wat zijn of haar leven waardevol maakt, betekenis geeft. Zeker op gebied van rouwen en verlies ben ik veel zachter geworden, met als centrale vraag: “Wie ben ik om te bepalen waar mensen al dan niet troost in mogen vinden?”

Willem Vermandere, zanger, kunstenaar en schrijver, hield in een interview in deMens.nu Magazine een pleidooi voor verbeelding: “Het moet niet waar zijn, als het maar waar-achtig is.” © Jeroen Vanneste

Dat doet me denken aan een interview met Willem Vermandere voor deMens.nu Magazine enige tijd geleden. Hij haalde de Brits-Indiase schrijver Salman Rushdie aan die met zijn uitspraak “hoed u voor de tirannie van de letterlijkheid” waarschuwde voor bepaalde kwalijke gevolgen van godsdiensten. Vermandere hield een pleidooi voor de verbeelding. “Het moet niet waar zijn, als het maar waar-achtig is.” Wel, misschien geldt dat ook voor het vrijzinnig humanisme. Enggeestigheid is voor niemand goed.

Ik zie het zo: ik werk als vrijzinnig humanistisch consulent en ik bied vrijzinnig humanistische plechtigheden aan. Hoe ik denk over de plaats van de mens op deze aarde, bijvoorbeeld, en over een leven na de dood, dat is wel duidelijk. Wie in een wereld leeft waarvan de regie in handen van een opperwezen ligt, zal sowieso niet bij mij belanden. Maar moet je rabiaat atheïst zijn vooraleer ik iets voor je kan doen? Neen. Als we ons in het huisvandeMens trouwens alleen maar zouden richten op diegenen die zichzelf expliciet vrijzinnig humanistisch noemen, dan zouden we als organisatie een stille dood sterven. Mensen laten zich nu eenmaal niet meer in hokjes duwen, en bepalen zelf wat zij belangrijk en waardevol in het leven vinden. En dat behoeft helemaal geen goedkeuring van een ander.

Dat werd me pijnlijk duidelijk toen ik een koppel sprak dat voor een huwelijksplechtigheid langskwam. We bespraken het vrijzinnig humanisme, en plots zei de bruid, aarzelend, op kousenvoeten: “Mijn broer is zwaar ziek en elke dag brand ik een kaars. Dat geeft me het gevoel dat ik iets voor hem doe. Maar ik doe dat niet uit geloof, hoor.” Dat de dame in kwestie het idee had dat ze zich tegenover mij moest verantwoorden, gaf mij een slecht gevoel. Ik wil helemaal geen vrijzinnig humanistische politie zijn. Is het niet eigen aan het vrijzinnig humanisme dat je zelf denkt, en tot je eigen conclusies komt? Waarom zou ze dat kaarsje niet branden als dat haar kracht of troost biedt? Kaarsen zijn toch geen privilege van deze of gene godsdienst?

En natuurlijk zal een gelovig iemand bij een vrijzinnig humanistisch consulent niet vinden waarnaar hij op zoek is, en een vrijzinnig humanist zal ook niet getroost worden wanneer er hem een hemel en een hiernamaals worden voorgespiegeld. Maar tussen dat zwarte en dat witte zijn er toch nog vele tinten van grijs?

 

Op zoek naar betekenis

De Australische singer-songwriter Nick Cave verloor enkele jaren geleden zijn zoon Arthur na een tragisch ongeval. Op zijn website The Red Hand Files beantwoordt Cave vragen van fans – vragen die soms met zingeving, rouw en verlies te maken hebben. Ik beweer trouwens niet dat Cave vrijzinnig humanist is, ik lees wel dat ook hij op zoek gaat naar betekenis. Wat volgt is een stukje uit zijn antwoord op de vraag: “Mijn echtgenoot stierf enkele jaren geleden, maar ik voel hem overal om mij heen. Hoe kan dat toch?”

Singer-songwriter Nick Cave op zoek naar betekenis: “Zelfs al erkenden we de trieste betekenis ervan, we wilden onze enorme tragedie niet bagatelliseren met sentimentele, magische gedachten”, zo schrijft hij over de dood van zijn zoon © Shutterstock.com

“Twee dagen nadat onze zoon stierf, gingen mijn vrouw Susie en ik naar de rots waarvan hij viel. Arthur had iets met lieveheersbeestjes, al van toen hij klein was. Hij hield van ze. Hij tekende ze. Hij identificeerde zich met hen. Terwijl we daar zaten, landde een lieveheersbeestje op Susies hand. We merkten het allebei op, maar zeiden niets. Want zelfs al erkenden we de trieste betekenis ervan, we wilden onze enorme tragedie niet bagatelliseren met sentimentele, magische gedachten. Maar rouw was ons nog vreemd op dat moment. Toen ik bij onze thuiskomst de voordeur opende, landde een ander lieveheersbeestje op mijn hand. Sindsdien zien Susie en ik ze overal. Tijdens de opnames van de nieuwe plaat met Warren (Ellis, collega-muzikant van Cave, red.) vloog een plaag van lieveheersbeestjes de studio in. Ik weet niet wat ik van dat verschijnsel moet maken, maar telkens ik een lieveheersbeestje zie, voel ik met een schok van herkenning dat er iets in de wereld bestaat buiten mijn bevattingsvermogen, ook al is het hoogstwaarschijnlijk gewoon lieveheersbeestjesseizoen.”

Nick Cave gaat de letterlijkheid voorbij. Een voorbeeldje van dichter bij huis: die bejaarde dame die langskwam om de afscheidsplechtigheid van haar man te regelen. Zelf was ze gelovig, maar hij koos een vrijzinnige dienst, en dat wilde ze respecteren. “Wat verlangde hij ernaar om terug bij onze zoon te zijn.” Het koppel had meer dan veertig jaar geleden hun toen achtjarig zoontje verloren. Zijn leven lang had haar echtgenoot getreurd en gerouwd, en al had hij er desondanks toch nog het beste van gemaakt, het overlijden van zijn kind was die éne grote mijlpaal geweest die alles had veranderd. Naarmate de man zijn levenseinde voelde naderen, dacht hij steeds meer: we zijn bijna weer samen. Maar zeggen vrijzinnigen niet: na de dood is alles over en uit, en volgt het eindeloze niets? Rook zijn gedachtegang naar iets religieus, iets bovennatuurlijks? Misschien wel, voor wie alles heel letterlijk neemt. Maar wat als je dat niet doet? Natuurlijk wist die man dat hij zijn zoon niet op zijn schoot ging nemen om een babbeltje te slaan, maar dat ze samen verenigd zouden worden in de dood – ja, dat wel. Goed dat hij toch ergens troost in vond.

 

Vrijelijk bewegen

Voor vrijzinnig humanisten is het leven eindig, en speelt het zich af in het hier en nu. Maar het is ook in het hier en nu dat we verlies ervaren, pijn lijden, afzien. Gelukkig maar dat we manieren vinden om leed te verzachten, of om ermee te leren omgaan. Gelukkig maar dat we zelf betekenis kunnen geven aan wat ons overkomt, dat we proberen zin te geven aan die zaken waar we machteloos tegenover staan. Vroeger had je maar te luisteren. Alles werd verklaard: als je nu afzag, zou je later wel beloond worden, en als iets gebeurde, dan was dat met een reden, zelfs als je die reden niet snapte. De wegen van God waren immers ondoorgrondelijk. Veel mensen zijn die houvast kwijt en creëren hun eigen zingevingssysteem. De tijd van de grote verhalen lijkt steeds verder achter ons te liggen, en we vullen onze eigen levensbeschouwing zelf in.

Na het onverwachte overlijden van de dertigjarige Lotje laten familieleden en vrienden op voor hen mooie plekken een steen met haar naam achter. Zo maakt Lotje de wereldreis die ze zelf nooit heeft kunnen maken. Wie een steen achterlaat, voelt de betekenis die eraan kleeft

Zeker jongeren voelen er weinig voor om in een groter ideologisch geheel ingeschakeld te worden. Vroeger was dat anders: je werd grootgebracht volgens een bepaalde overtuiging, en die hield je aan tot je laatste dag. Vandaag gaan we sprokkelen: een beetje van dit, een toefje van dat, overgoten met een sausje van nog wat anders. En dat voor zolang het duurt bovendien. Wat je overkomt, heeft een invloed op hoe je denkt. Een mama wier dochter verongelukte, zei me: “Vroeger geloofde ik in een hogere orde, maar nu kan ik dat niet meer. Welke god laat er mijn kind sterven?”

Dat mensen zelf op zoek gaan naar die eigen invulling, dát vind ik pas vrijzinnig humanistisch. Zelf nadenken, zelf conclusies trekken, zelf troost zoeken, zelf betekenis geven: ik heb bewondering voor wie het kan. Zoals de mama van Lieselotte. Haar dochter overleed totaal onverwacht door een longembolie toen ze dertig was. Een donderslag bij heldere hemel. En hoe ga je dan verder? Niemand die het weet, tot het moment dat je opeens in die toestand wordt gedwongen, en wel verder moet. Hier volgt een fragment uit de speech die ze hield op de ontmoetingsdag van OVOK, een vereniging voor ouders van een overleden kind.

“Een jaar na Lieselottes overlijden trokken we met een groep familieleden en vrienden naar Nieuwpoort, waar we roosjes van de pier gooiden. We vertelden er iets bij over Lieselotte. Een vogeltje volgde alles opvallend aandachtig … Lotje was erbij. Het jaar erop hingen we kraanvogels in een boom op de Rodeberg, in de boom die we de Lotjesboom hebben gedoopt. Na de wandeling verscheen er een pracht van een regenboog … Lotje was erbij. In Celles gingen we samen wandelen, en liet iedereen op een bepaalde, voor hem of haar mooie en gepaste plek een steen met haar naam achter. Sindsdien zijn Lotjes stenen overal te vinden: van Japan tot Australië, van China tot Namibië. Lotje maakt de wereldreis die ze zelf nooit heeft kunnen maken. Wie een steentje achterlaat, laat trouwens niet zomaar een steentje achter. Velen vertellen me hoe ze die extra dimensie ervaren, hoe ze de betekenis voelen die eraan kleeft. De steen achterlaten blijkt nooit simpel te zijn, want het is Lotje die je bij hebt. We hebben ook vogelhuisjes versierd en opgehangen. Amper enkele weken later was een eerste huisje al bewoond … Lotje is er altijd bij. Ik zie en voel Lotje overal.”

Ik ben blij dat ik mijn ‘paardenbril’ (oogkleppen, red.) heb afgezet, en me heb bevrijd van eng en al te letterlijk denken. Vrijzinnig humanisme mag geen keurslijf zijn, integendeel, het is ruimte waarin we ons als mens vrijelijk mogen bewegen, en waarin we geen verantwoording hoeven af te leggen over wat en hoe we voelen.

 

Voor vrijzinnig humanisten is het leven eindig, en speelt het zich af in het hier en nu. Maar het is ook in het hier en nu dat we verlies ervaren, pijn lijden, afzien. Gelukkig maar dat we manieren vinden om leed te verzachten, of om ermee te leren omgaan © Lieve Goemaere