fbpx
deMens.nu

“Ik houd van mensen, ik vertrouw hen ook snel”

Interview met Dieter Coppens

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr1

Dieter Coppens veroverde de harten van televisiekijkend Vlaanderen met Down the Road, een reeks waarin hij met zes jonge mensen met het syndroom van Down op reis gaat en heel wat grenzen verlegt. En ja, ook in real life blijkt Dieter een hoge aaibaarheidsfactor te hebben. Al kan hij ook scherp uit de hoek komen. Dieter Coppens: een man met een mening.

Lieve Goemaere

Atheïst tot in de kist

In Down the Road legde je heel mooi aan een van de deelnemers uit waarom je niet in God gelooft – dat is eigenlijk de rechtstreekse aanleiding voor dit interview. Kan je ook aan onze lezers toelichten waarom je niet gelovig bent?

Dieter Coppens © Jeroen Vanneste

Dieter Coppens: Religie is niets voor mij. Ik snapte niets van de godsdienstles op school, en van wat de pastoor in de kerk vertelde, begreep ik nog minder. Ook nu kan ik er nog steeds niet bij: oude celibataire mannen die mij zeggen hoe ik mijn leven moet leiden? Nee, ik dacht het niet (lacht), en dan heb ik het nog niet eens over al die misbruikschandalen.

Religie kan ongetwijfeld erg troostend en steunend zijn voor individuele mensen, maar als instituut zorgen godsdiensten toch alleen voor ellende? Want elke godsdienst heeft de enige, ware God, en in naam van die God is het gepermitteerd om anderen de kop in te slaan. Absurd: elk geloof zegt je dat je goed moet zijn voor je medemens, behalve voor die met een andere visie. Ik vind het juister om élke medemens te respecteren, en in de eerste plaats in jezelf te geloven. Daarom hebben wij onze kinderen naar zedenleer gestuurd. Laten we nadenken over wat ons leven hier en nu de moeite waard maakt. Ik begrijp de mensheid niet altijd even goed: superrijken zoeken manieren om een nieuw leven op Mars te starten. Waarom wordt dat geld niet gebruikt om het leven op aarde leefbaarder te maken?

 

“De natuur met veel meer respect benaderen”

 

Durven denken

Hoe verhoud jij je tegenover onze aarde?

Coppens: Ik voel mij klein en verwonderd tegenover de machtige natuur. De wereld lijkt in brand te staan momenteel: door de klimaatopwarming gaan er oogsten mislukken, met hongersnood als gevolg, en die honger zal tot oorlogen en klimaatvluchtelingen leiden. Veel mensen lijken te vergeten dat de mens maar een heel bescheiden onderdeeltje is van een veel groter ecosysteem dat wij aan het vernietigen zijn. Een bos appreciëren we alleen nog om er op zondag in te wandelen. Bomen vinden we belangrijk voor hout – voor banken en terrassen, en als energiebron – maar aan levende natuur hechten wij geen waarde meer.

We slagen er als mensheid niet in om verder te denken dan twee generaties: we zijn nog wel bezorgd om onze kinderen en kleinkinderen, maar we liggen niet wakker van wat er over honderd jaar gaat gebeuren. Daarom kiezen we ook niet voor duurzaamheid, maar voor kortetermijnwinst. Terwijl we perfect voor een circulaire economie kunnen gaan, naar analogie met het ecosysteem: een gesloten kring. Maar dat doen we niet: we kopen, we gebruiken, we gooien weer weg – zonder te hergebruiken of te recycleren. We maken onszelf kapot.

 

Niet meteen een optimistische toekomstvisie.

© Jeroen Vanneste

Coppens: Nochtans sta ik heel positief in het leven, geniet ik er ook van. Maar soms lijken we helemaal het noorden kwijt. Weet je dat je in de supermarkt hardgekookte, gepelde eieren in een plastic schaaltje kan kopen? Is dat niet totaal van de pot gerukt? En toch worden zulke producten verkocht onder het mom “het is zoveel gemakkelijker”. In onze samenleving moet alles steeds gemakkelijker worden, luxueuzer zijn, sneller gaan. Daarmee ga ik niet akkoord. Vandaar mijn engagement als ambassadeur voor Mei Plasticvrij.

 

Hoe kies je de goede doelen die je steunt? Er trekken vast veel mensen aan je mouw?

Coppens: Je zou eens moeten weten: ik krijg dagelijks verschillende verzoeken. Ondanks al mijn sympathie voor mensen die zich voor goede doelen inzetten, kan ik onmogelijk op elke vraag ingaan. Dat vind ik best moeilijk en frustrerend. Dit jaar heb ik voor Kom op tegen Kanker en voor Down Syndroom Vlaanderen vzw gekozen.

 

“Genieten in het hier en nu, dat is wat telt”

 

Eén voor allen, allen voor één

Zijn er goede doelen die je sowieso weigert – niet om praktische overwegingen, maar om principiële?

© Jeroen Vanneste

Coppens: Ik heb al twee keer nee gezegd tegen de Mooimakers-actie die mensen aanspoort om in hun eigen buurt zwerfafval op te ruimen. Op zich heb ik helemaal niets tegen dat initiatief, integendeel, ik doe elk jaar zelf een ronde in mijn eigen buurt. Maar Mooimakers wordt gefinancierd door Fost Plus, de makers van de blauwe vuilniszakken, en dat is gelinkt aan de verpakkingsindustrie. Met die campagne schuift de verpakkingsindustrie de verantwoordelijkheid van afval op de individuele burger af, met de boodschap: “Als jullie het proper houden, is er geen probleem.” En dat slikken wij: we steken ons gesorteerd afval zorgvuldig in de blauwe zak, in de overtuiging dat alles netjes wordt gerecycleerd. Maar dat is dus niet zo.

Slechts een heel kleine fractie van alles dat ze ophalen, wordt gerecycleerd. De rest wordt ofwel verbrand, ofwel in containers naar het Oosten of richting Turkije verscheept, waar het tot tweederangsplastic wordt verwerkt, of simpelweg wordt gedumpt. En dan wijzen wij met onze vinger naar die landen: “Kijk eens hoe ze daar met afval omgaan, wij doen het veel beter.” Helemaal niet, want het is óns plastic. Wij zijn verantwoordelijk, niet zij. Maar dat verhaal wordt ons niet verteld. Fost Plus biedt helemaal geen alternatief voor ons afvalprobleem, integendeel. Al heb ik op zich niets tegen plastic. Herbruikbaar plastic kan je alleen maar toejuichen. Maar waarom drank in plastic? Leidingwater is perfect drinkbaar, en andere dranken kunnen in glazen flessen met statiegeld. Twintig jaar geleden was ik met Erasmus in Finland: statiegeld werkt daar prima. Iedereen brengt zijn leeggoed binnen, het wordt gesorteerd, je krijgt er geld voor terug, er is amper zwerfafval.

© Jeroen Vanneste

We moeten de natuur met veel meer respect benaderen. Als we dat niet doen, wordt de mens daar uiteindelijk de dupe van. Het is al een paar keer gebleken: de natuur zal zich sowieso herpakken. Maar de mens zal verdwenen zijn, zal slechts een flinterdun haartje op de tijdlijn van de geschiedenis zijn. Zonde dat we onszelf kapotmaken, en dat de gemiddelde politicus niet voorbij dat kortetermijndenken raakt. Ecologische keuzes worden bestempeld als iets dat vooral geld zal kosten, en waardoor we als mens veel gaan moeten inleveren. Dat soort populisme maakt me kwaad. Probeer toch eens het bredere plaatje te zien, denk toch eens na.

 

Op zich begrijp ik wel dat niet iedereen daarmee bezig is. Als je zelf amper het hoofd boven water kan houden, lig je niet wakker van de problemen van toekomstige generaties.

Coppens: Natuurlijk niet, en precies daarom verwacht ik dat de overheid handelt. Elk individu overtuigen is onbegonnen werk. “Verbeter de wereld, start bij jezelf”, dat is heel mooi, hoor, maar die fase zijn we allang voorbij. Het is niet vijf voor, maar vijf na twaalf. We hebben nu de juiste politici nodig die de juiste beslissingen durven te nemen.

 

Ben jij al gepolst door politieke partijen?

Coppens: Ja, hoor, maar dat ga ik nooit doen. Ik ben daar te emotioneel voor. Ik probeer op kleine schaal mijn bijdrage te leveren. Bepaalde zaken staan gewoon vast, zijn wetenschappelijk bewezen, al lijken sommige mensen nog steeds te denken dat bijvoorbeeld de klimaatopwarming maar één mening is. Dat is het niet. Ik durf mensen op de kortzichtigheid van hun ideeën te wijzen, en probeer hen verder te laten denken dan die enkele slagzinnen die ze ergens hebben opgepikt.

 

Je bent een idealist?

© Jeroen Vanneste

Coppens: Eigenlijk wel, ja. Mijn broer en ik waren al heel vroeg in de ban van de natuur. Bij de Jeugdbond voor Natuur en Milieu vonden we gelijkgestemde zielen: kinderen die even hard onder de indruk waren van een sprinkhaan of een vogelnest. Zalig toch, om als klein mannetje een hele nacht een dassenhol te observeren, in slaap te sukkelen en bij het ontwaken oog in oog met een everzwijn te staan. Dan voel je echt die schoonheid van de natuur, en die zie ik nog steeds. Dat maakt het voor mij zo onbegrijpelijk: wie dumpt zijn afval in een gracht? Ik doe dat nooit. Is dat idealisme? Misschien wel. Al ben ik niet per se in een groen nest opgegroeid. We wandelden wel veel op reis, en dat doe ik nu ook met mijn eigen kinderen. Er zijn nog zaken die ik heb overgenomen. Toen ik tiener was, hebben wij als gezin een huisje in de Hoge Venen gebouwd. Op enkele jaren tijd hebben we alles zelf opgetrokken, van kelder tot dak. Mijn vader – een huisarts die constant aan het werk was – vond daar de ideale ontspanning in. Mijn drie broers en ik hielpen mee. Ik heb er mooie herinneringen aan.

Samen werken schept een band, dat is geven en nemen, je leert compromissen te sluiten, en dat is eigenlijk een heel mooie les die wij als kind hebben gekregen. Een tijd geleden heb ik dat huis van mijn ouders overgenomen: voor hen werd de zorg wat te groot, en we wilden de woning graag binnen de familie houden. Nu ben ik dus met mijn gezin aan het renoveren. Mijn ouders vragen wel eens: “Meen je dat nu, heel die keuken eruit?” (lacht)Maar het doet hen veel deugd om te zien hoe hun werk wordt voortgezet. Ik geniet er ook van.

 

Vrijheid als hoogste goed

Is dat het goede leven voor jou?

Coppens: Ik vind het belangrijk om in een goede verhouding te staan tot de mensen om mij heen, zowel familie als vrienden en collega’s. Ik houd van mensen, ik vertrouw hen ook snel. Ik heb veel gelift als jonge kerel, en liften is in wezen niets anders dan een kwestie van vertrouwen: ik vertrouw jou genoeg om in jouw wagen te stappen, jij vertrouwt mij genoeg om mij mee te nemen. Helaas hebben enkele negatieve gebeurtenissen ervoor gezorgd dat er veel minder wordt gelift, al zijn die verhalen eigenlijk uiterst uitzonderlijk.

We leven in een tijd waarin er sowieso te veel angst is, angst die ervoor zorgt dat we hekken en poorten rond onze huizen bouwen, en elke avond onze rolluiken vroeg neerlaten. Ik ken die angst niet. Ik ga uit van de goedheid van iedereen die ik ontmoet. Al maak ik me zorgen om de toekomst van de mensheid, tegelijk ben ik een gelukkige mens die met volle teugen van elk mooi moment geniet.

 

“Wanneer ik tot de essentie kom, voel ik me gelukkig”

 

Beschrijf dan eens zo’n moment waarop alles voor jou klopt.

Coppens: Deze zomer trokken we met het gezin een week lang door de Vogezen. De hele dag stappen met je rugzak met je tentje eraan, vijf onderbroeken, een wakke handdoek en je drinkbus: wat heb je meer nodig? Het brood en de kaas smaken zoveel beter dan thuis. Samen zijn, genieten van prachtige natuur, geen afleiding van buitenaf, geen luxe: wanneer ik tot die essentie kom, voel ik me gelukkig. Ik ben op de leeftijd beland waarop ik tevreden kan zijn met mezelf.

Wanneer je jong bent, vergelijk je jezelf soms met anderen, en denk je: wow, die kan goed schilderen, en die is een kei in basketten. Zelf vond ik niets waarin ik goed was. Bovendien leek het secundair onderwijs alleen maar te gaan over kennis reproduceren, en werd er op school niet gekeken naar wie ik was als mens of waar mijn talenten lagen. Dat werkte niet voor mij, dus verliet ik het secundair met mijn hakken over de sloot, en het idee dat ik nergens echt goed in was. Gelukkig kwam ik in de grafische vormgeving terecht, dat was wel volledig mijn ding. Zo heb ik gaandeweg mijn talenten ontdekt, dikwijls omdat ik er door anderen op werd gewezen.

Ik heb bijvoorbeeld een grote naturel voor de camera, zo zeggen ze me, en dan denk ik: ja, misschien is authenticiteit wel mijn talent – wat natuurlijk veel minder afgelijnd is dan een of andere vaardigheid. Maar het is goed zo. Ik heb ook steeds meer vrede met het feit dat er veel dingen zijn die ik niet goed kan. Ik speel drums bijvoorbeeld, maar de beste drummer ben ik zeker niet. Vroeger kon me dat wel eens frustreren. Nu denk ik: laat mij maar lekker jammen met mijn vrienden. Ik droom niet van optredens op grote podia. Neen, genieten in het hier en nu, dat is wat telt.

 

Dieter Coppens © Jeroen Vanneste