fbpx
deMens.nu

24. De gewesten

De federale staat komt het toe erediensten te erkennen. De gewesten organiseren en financieren het beheer van deze erkende erediensten. Maar de erkende niet-confessionele levensbeschouwingen, waaronder het georganiseerd vrijzinnig humanisme, vallen tussen twee stoelen. Ze vallen niet onder de wet van 2001 die de overdracht van bevoegdheden regelt.

Erger nog is dat het hele systeem van financiering in feite nog steeds een doorslag is van het concordaat van 1801 en keizerlijke decreten. Onze seculiere staat berust dus nog steeds op Napoleontische afspraken. Dit verouderde, ontransparante en willekeurige kader botst met de fundamentele principes van ons grondwettelijk stelsel. Om maar één gevolg te duiden: de budgettaire krapte van gewestelijke en lokale overheden zet vitale levensbeschouwelijke gemeenschappen op een sober dieet, terwijl elders verlaten maar goed onderhouden kerken het landschap sieren.

De Vlaamse/Brusselse wetgever moet zich laten inspireren door het geheel van deze feiten als hij een nuttige en duurzame hervorming van de financiering van de erkende levensbeschouwingen beoogt.

 

deMens.nu vraagt een hervorming die steunt op de volgende principes:

  • Gelijkheid en non-discriminatie: in dezelfde situatie, dezelfde financiering
  • Controle en de transparantie
  • Subsidiariteit van de overheidsfinanciering
  • Rationalisatie

deMens.nu vraagt dat het Vlaamse Gewest/Brussels Hoofdstedelijk Gewest de nodige decreten/ordonnanties opstelt om het huidige systeem ten gronde te kunnen hervormen en de organieke structuren die belast zijn met het beheer van de materiële en financiële belangen van de levensbeschouwingen te rationaliseren, namelijk door:

  • de modaliteiten van tussenkomst van de lokale overheden (hetzij de gemeente hetzij de provincie) te uniformiseren en de gelijke behandeling voor alle erkende levensbeschouwingen te garanderen;
  • het aantal publiekrechtelijke instellingen te belasten met het beheer van de materiële en financiële belangen van de levensbeschouwingen te verminderen;
  • de modaliteiten voor de erkenning van gebiedsomschrijvingen van de erkende erediensten te wijzigen teneinde nieuwe katholieke pastorale entiteiten op te richten die de oude parochies hergroeperen;
  • de toewijzing van verlaten kerken aan de betrokken eredienst op te heffen, door de gebouwen te desacraliseren en geen taboes te hanteren op het vlak van reconversie.

deMens.nu vraagt uit respect voor de principes van gelijkheid en non-discriminatie dat:

  • de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en de Vrijzinnige Centra middelen krijgen die de evenknie zijn van die voor andere levensbeschouwelijke verenigingen, niet het minst omwille van hun engagement in het lokale gemeenschapsleven en voor hun dienstverlening;
  • het gewest waardige en aangepaste “neutrale” infrastructuur financiert, opdat élke burger op serene manier sleutelmomenten in het leven kan omkaderen (bijvoorbeeld een afscheids-, huwelijks-,geboorteplechtigheid, een viering van een wettelijk samenlevingscontract…).
Vertegenwoordigers van de Interlevensbeschouwelijke Dialoog

25. Het land

Wanneer de staat kiest voor financiering van confessionele en niet-confessionele organisaties, moet deze financiering beantwoorden aan criteria van gelijkheid en transparantie. Vandaag steunt het Belgisch levensbeschouwelijk beleid op geen enkel wettelijk kader dat objectieve, vooraf bepaalde criteria vastlegt.

De CVR vraagt:

  • een systeem aan te nemen dat steunt op gelijkheid, transparantie, budgetbeheersing en zich conformeert aan de evolutie van de instellingen in België. In die zin dient tot een herverdeling van de bevoegdheden tussen het federale en de gefederaliseerde entiteiten te worden beslist, en dit op gelijke wijze voor de erediensten en de niet-confessionele levensbeschouwingen;
  • Tijdens de volgende legislatuur organieke wetten aan te nemen met als doel:
    • ten overstaan van de levensbeschouwingen wettelijke en objectieve criteria voor de toegangsvoorwaarden tot overheidsfinanciering te bepalen, in het bijzonder de werkelijke representativiteit van een godsdienstige of niet-confessionele stroming en het democratisch karakter van de representatieve organen die de gesprekspartner zijn van de burgerlijke overheid;
    • wettelijke en objectieve criteria voor de modaliteiten van de verdeling van de budgettaire enveloppe vast te leggen die door de federale staat voor de directe uitoefening van de levensbeschouwing wordt toegekend. Deze verdeling moet op regelmatige tijdstippen herzien worden met de optie om de subsidiëring in te trekken wanneer de door de wetgever vastgelegde voorwaarden niet gerespecteerd worden;
      een effectieve controle te garanderen op de toekenning en het gebruik van de overheidssubsidies;
    • op regelmatige tijdstippen een consultatie van de bevolking te houden via een wetenschappelijke opiniepeiling teneinde een rechtvaardigere en objectievere herverdeling van de bestaande federale budgettaire enveloppes te verzekeren, door rekening te houden met de door de bevolking uitgedrukte keuze.
  • de oprichting en het behoud van één uniek representatief orgaan per federaal gesubsidieerde overtuiging;
  • het creëren van een echt statuut voor de levensbeschouwelijke en godsdienstige consulenten binnen de penitentiaire inrichtingen.